1953 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 33

ÖELOOF EN WETENSCHAP OMSTREEKS 1900 EN NÜ

IS

schedel- en beenderresten, die men nu voor de oudste menselijke overblijfselen houdt. Men zou zó mogelijk vast kunnen stellen waar en wanneer het oudste „menselijk" leven op aarde gevonden werd. Ook op het bredere terrein van de cosmologie en cosmogonie zijn er gegevens, die om exacte overweging vragen. Een parallel van de beroemde strijd over de centrale plaats van de aarde in de kosmos, gestreden door Galileï, kan wellicht nooit meer ontstaan. Toch zult U evenals ik even een soortgelijke sensatie ondergaan, als men U mededeelt dat de astronoom Kuiper, zo goed als met de tegenwoordige middelen mogelijk is, heeft aangetoond dat een eenvoudige plantensoort op Mars bestaat. Zou deze bewering juist zijn, dan blijkt dat het leven in het heelal een veel minder exceptioneel verschijnsel is dan we tot nu toe steeds onderstelden. Van hier naar het probleem van het leven zelf, is slechts een kleine stap. Het is ook hier nu nog zo, dat de ongelovige wetenschap zich tot de meest speculatieve extrapolaties laat verleiden. Zo schrijft de Nobelprijswinnaar Urey i) „dat wij vandaag de reacties (nl. van proteinen en enzymen) onderzoeken, die door de levende organismen reeds ontdekt werden vóór het cambrium begon", en even verder trekt hij uit het feit van de plantengroei op Mars de conclusie: „leven moet ontstaan als resultaat van de chemische reacties, die mogelijk zijn in de vroege geschiedenis van planeten als de onze. Het moet dan ook voor de mens mogelijk zijn te begrijpen hoe het leven op aarde verscheen". Dit is volgens hem een opgave voor de research van de komende 100 jaar. Met deze citaten zijn wij weer, maar nu anno 1951, temidden van de vragen over geloof en wetenschap terecht gekomen. Nu echter vanuit een ander gezichtspunt dan zoeven. Immers geldt het hier de oplossing van de vraag ; Menen wij dat het leven verklaard kan worden? Vroeger was de vraag: Kan het leven mechanisch verklaard worden? en zelfs degenen, die dit afwezen, meenden, dat het mechanisch gericht onderzoek moest worden voortgezet, maar zij stelden als uitgangspunt dat het leven altijd een mysterie voor ons zou blijven. Stellen wij deze vraag nog op dezelfde wijze, al is dan mechanisch door chemisch vervangen en menen wij nog dat dit raadsel onoplosbaar is? Met deze vraag zijn wij opnieuw gekomen op het terrein van de wijsbegeerte. Misschien zal niet ieder van U direct toegeven, dat dit het geval is. Laat ik daarom deze vraag; „Is het voor de mens mogelijk het leven, of het ontstaan van het leven, te 1) H. C. Urey, Journ. of Franklin Inst., 125th anniversary issue, Jan. '51, biz. 27.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen