GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 26

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

14

A. HOEKEMA

goede weg?", uitmondend in deze kernvraag: ,,Zeg ons, of wij er mee stoppen moeten (medewerking voorbereiding P.B.O.'s), ja of neen. Op dit antwoord wachten wij". (Zie N.H.C. d.d. 14-15-10-'53). Wat heeft de geleerde schrijver nu beoogd met het aldus gooien van de knuppel in het „hoenderhoek der christelijke maatschappijleer"?, want we achten deze uitdrukking geenszins te sterk. Het voorwoord licht ons hierover in : „Dit boek heb ik geschreven uit de aandrang van een diepe verontrusting over de maatschappelijke ontwikkeling van onze tijd. Nu is het algemeen niet sympathiek anderen deelgenoot te maken van zijn zorgen en onrust. Maar dat verwijt vervalt toch, indien men zodoende hoopt sommigen te alarmeren over een toestand, waarin zij zich niet gerust mogen gevoelen, en indien men hoopt anderen te helpen hun reeds bestaande onrust te localiseren." „Het motief, dat in dit boek verwerkt is, is het conflict tussen vrijheid en zekerheid." „Het streven, die zekerheid voor de mens en de samenleving compleet te maken, en het verlangen naar zo'n zekerheid zijn typerend voor onze eeuw." Is de schrijver nu geslaagd in zijn opzet zijn lezers duidelijk te maken dat dit streven naar zekerheid een fatale tendenz is in een maatschappij-ontwikkeling, die volgens de schrijver apocalyptische tendenzen vertoont? Tot op zekere hoogte zeer zeker! De passages, waarin de schrijver op schrille wijze de vlucht uit de verantwoordelijkheid van de moderne massamens schetst, behoren ongetwijfeld tot de sterkste gedeelten van dit belangwekkende boek. Want belangwekkend is dit boek door zijn insnijdende probleemstelling, zijn van tijd tot tijd haast striemende critiek op „de goden van deze eeuw", zijn hartstochtelijke bewogenheid over het lot van de grote, verdoolde massa. Als „cri de coeur", als tekening van een tijdbeeld, mag men dit boek dan ook veelszins geslaagd achten. Onwillekeurig dringt zich de vergelijking op met werken uit de vorige eeuw, toen merkwaardigerwijs juist tegen het individualisme, het hooghartig hberalisme van die dagen werd opgetornd. Wij noemen slechts een Da Costa in zijn „Bezwaren tegen de Geest der Eeuw", een Groen van Prinsterer in zijn beroemde „Ongeloof en Revolutie", en, in kleiner bestek, Cremers: „Fabriekskinderen. Een bede, doch niet om geld", waarin de sociale uitbuiting aan de kaak werd gesteld. Men drong toen aan op overheidsingrijpen, op bedrijfsorganisatie, op tempering van het individualisme.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1954

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 290 Pagina's

1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1954

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 290 Pagina's