1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 262
KINDERTEKENINGEN
215
juist zon diep kinderlijke attitude hebben. En deze kern moet men recht laten wedervaren en het kind kunnen volgen in zijn eigen primaire wereld. Toen ik van de kinderen iets over de primaire wereld geleerd had, ben ik begonnen ook volwassenen op deze wijze te behandelen. Als men dezelfde voorbereidingen maakt als bij de kinderen, schilderen de volwassen patiënten ook. Nog geen enkele patiënt heeft geweigerd. De volwassenen schilderen nog meer verborgen dan de kinderen, en zij helpen bij het duiden veel minder mee, slechts door het bevestigend of ontkennend knikken met het hoofd, door een begrijpende blik, door het gespannen verder schilderen en een volgende tekening maken, heeft men daar contact. Men moet veel ervaring hebben om bij volwassenen te kunnen duiden. Bij de volwassene komen dezelfde patronen en gestalten voor als bij de kinderen. Als men een tijd lang hen behandeld heeft en met hen gewerkt heeft over wat zij schilderen, worden zij opener, actiever in het duiden, en dan brengen zij ons weer verder dan de kinderen, omdat zij meer introspectie hebben. Zij vertellen niet alleen over de inhoud, hoe de primaire wereld eruit ziet en wat zich daarin afspeelt, maar ook geven ze ons een inzicht in de formele kant en spreken over de tijdruimtelijke verhoudingen daar. Zij vertellen ons dat in deze wereld het is, alsof de tijd niet verder gaat, dit geeft een andere wijze van zijn. De intentie ontbreekt. Men let op alle kleinigheden. Dat wat wij als normale mensen verwaarlozen omdat wij gericht leven, krijgt alle belangstelling en concentratie van de kant van de patiënt. Wat wij in het brandpunt van onze opmerkzaamheid nemen, omdat wij het een volgend ogenblik nodig hebben, is voor de patiënt die in zijn eigen wereld leeft, helemaal niet belangrijk, omdat er geen volgend ogenblik meer komt. Vooral de kleinere dingen: de krassen op de grond, in banken, vlekken op het kleed of op de grond, op de straten; figuren in het behang, in het vloerkleed en dergelijke dingen, interesseren hem. Ook de schaduw der dingen en het water, de wolken. In alle vlakken die het licht reflecteren, spiegelt hij zich, in alles wat klein is of vage grenzen heeft, verdiept hij zich en daarin ziet hij zijn eigen onbewuste belevingen concreet voor zich. Daarom ziet de eigen primaire wereld er heel anders uit dan de objektieve wereld, hoewel de patiënt dezelfde omgeving waarneemt. Ook is het ruimtebewustzijn zeer beperkt bij deze patiënten. Hij heeft geen perspectief. Alles concentreert zich om de patiënt zelf. Wat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's
![1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 262](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1959-geloof-en-wetenschap-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1959/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's