GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 16

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

P. GROEN

spreek menselijkerwijs — Zijn handen van de natuur aftrekken, zij zou met al die „natuurwetten" niet weten hoe zij verder moest. Maar, zal men zeggen, er is toch altijd nog maar zoiets als „natuurwetten". Al determineren die niet alles, ze kunnen toch ook niet genegeerd worden. Kan God ze doorbreken — en dan denken we misschien aan de wonderen — ? Nogmaals: zo werd en wordt het in onze kring inderdaad vaak gesteld. Nietwaar — de natuurwetten zijn machtig, maar God is toch machtiger.... Baal is machtig, maar Jahwe is machtiger.... Is het zo? — Zo stelt het Oude Testament het nergens. Maar — zult U zeggen: moeten we de natuurwetten nu al met Baal vergelijken? Zij worden toch niet afgodisch vereerd? Nu, ik hoop van niet, onder ons. Maar toch is die verzelfstandiging van de natuur en de natuurwetten iets waartegen we ons moeten verzetten. En de probleemstellingen, die uit die verzelfstandiging voortvloeien, behoeven we niet te nemen. Hoe spreekt de Bijbel over deze dingen? „Zijn bliksemen verlichten de wereld" staat er. En: „De God der ere dondert". Niet de natuur dondert, maar de God der ere dondert. Ook tegenwoordig nog, al begrijpen wij er tegenwoordig iets meer van dan vroeger. — Jezus heeft gezegd: er valt geen musje ter aarde zonder Uw hemelse Vader. En wij zingen van Hem, „die 't al draagt in Zijne hand". Beeldspraak zegt U? Zeker, maar daarom niet minder dicht bij de waarheid. Wij zijn te veel geneigd te denken dat de dingen zijn wat de wetenschap omtrent de dingen vaststelt, dat zij d^t zijn wat de wetenschap ervan begrijpt. Maar de wetenschap benadert de dingen van één bepaalde kant en de kennis die de wetenschap verschaft is dan ook kennis van een bepaald aspect der dingen. De rechte beoefenaars der wetenschap weten dit ook wel. Die overschatting van de resultaten der natuurwetenschappen is vaak meer te wijten aan degenen die deze resultaten populariseerden en aan een bepaald slag natuurfilosofen dan aan de onderzoekers zelf. Hoe moeten we dan die natuurwetten zien, die de natuuronderzoekers gevonden hebben? Zijn die dan niet reëel? Ik zou het zo willen stellen: de natuurwetten zijn onze verstandelijke formuleringen van wat we beter kunnen noemen de orde in het geschapene, de vastheid van Gods werk in de natuur, waardoor het ons verstand gegeven wordt iets van Zijn werken te doorzien, namelijk een orde daarin. Want God is niet een God van wanorde en willekeur. Gods werk en die natuurwetten zijn niet twee, en God hoeft helemaal niet „in te grijpen" in de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 308 Pagina's

1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 308 Pagina's