GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 301

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

MAGIE IN DE ISRAELIETISCHE GENEESKUNDE door J. Z. BARUCH

J.

Oorsprong van tovenarij en magie in Egypte

Palestina was in de oudheid (zoals nu) een kleine bufferstaat tussen de grote machten uit het Noorden en het Zuiden. Het Beloofde Land vormde de landweg tussen Azië en Afrika. Babyloniërs, Perzen, Meden, Syriërs en Assyriërs trokken het kleine Palestina vanuit het Noorden binnen op weg naar de grote rijke staat Egypte. Omgekeerd drongen steeds Egyptische legers door op het grondgebied van Palestina, als zij er op uit waren, veroveringstochten naar de machtige rijken in het Noorden te ondernemen. Grieken en Romeinen trokken over de wegen van het kleine Palestina, als handelaars en veroveraars. Toen de Joden het Beloofde Land betraden, vonden zij daar een inheemse bevolking van Kanaanieten, of Emorieten, zoals deze oorspronkelijke bewoners van Palestina in de Mishna vaak genoemd worden. De leiders van het Joodse volk hebben zich steeds tot taak gesteld, het gehele volk op te voeden tot de dienst aan God. Elke afgodendienst werd daarom ten sterkste door alle geestelijke en vaak ook door de wereldlijke leiders van het Joodse volk in Palestina bestreden. Het is echter begrijpelijk, dat eeuwenoude sagen en legenden van bijgeloof, van afgoderij, hetzij stammend van het prille begin van het Joodse volk zelf, voordat het monotheïsme zich in het volk had baangebroken, hetzij zijn oorsprong vindend in de overleveringen en gebruiken van de omringende volken, of van de volken, wier plaats de Joden in Palestina hadden ingenomen, bleven voortleven. Vandaar ook de herhaalde waarschuwingen tegen afgoderij, het verbod om afgoden te dienen of te offeren voor schediem, geesten. (Dt. 32, 17). In het Palestina van het begin van onze jaartelling bestond de afgoderij als belangrijk geestelijk probleem niet meer, Jezus treedt niet op tegen afgoderij in zijn prediking, de afgoderij was in Israël door het Jodendom overwonnen. De nauwe banden, die de bevolking van Palestina eeuwen lang, vrijwillig of gedwongen onderhouden heeft met de omringende landen en volken, heeft natuurlijk ook een belangrijke beïnvloeding van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 301

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's