GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 66

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

46

J. Ph. FOLEY

In het voorgaande werd het begrip verantwoordelijkheid ingevoerd. Verantwoordelijkheid, verantwoord handelen; tegenover wie moet verantwoording worden afgelegd? Zoveel eensgezindheid de sprekers getoond hebben in hun betoog dat de wetenschappelijke onderzoeker een bijzondere verantwoordelijkheid draagt, zo divergerend zijn de meningen betreffende de aard van die verantwoordelijkheid. Dippel blijft hierin het vaagst, in weerwil van zijn indringende betoogtrant. De wetenschappelijke onderzoeker is verantwoordelijk tegenover de cultuur, en tegenover zijn wetenschappelijke roeping. De cultuur van heden wordt gemaakt en gebroken door wetenschap en techniek. En de huidige wetenschappelijke onderzoekers zijn hierbij geen werkers, maar laten zich als werktuigen gebruiken. Hun roeping indachtig dienen zij weer aan deze cultuur te gaan bouwen, er richting aan te geven. Kwant ziet de verantwoordelijkheid ten opzichte van de medemens, de mensheid, als het essentiële element. Wetenschap bedrijven is menselijke zijnsontplooiïng. De specifieke verantwoordelijkheid van de wetenschappelijke onderzoeker ligt mede daarin dat hij waakt tegen misbruik van de wetenschap, d.i. het keren van de wetenschap tegen de medemens. Voogd en Van Riessen voelen aan dat daarmee de zaak wel fundamenteel, maar niet compleet gesteld is. Er is immers zoveel specifieke verantwoordelijkheid. Ten opzichte van het werk „zelf" (eerlijkheid, openheid, plicht tot publicatie, enz.), ten opzichte van onszelf en de collega (eerzucht bedwingen, luisteren, de ander recht doen, zorgen voor ontplooiing van medewerkers, kweken van teamgeest enz.) en tenslotte de mensheid (verantwoorde constructies, gebruik enz.). Van Riessen, tenslotte, gaat het laatste deel van deze weg alleen. Verantwoording afleggen betekent uiteindelijk, in het wetenschappelijk bezig zijn antwoorden aan God. Men mag de verantwoording die men de naaste schuldig is, niet primair stellen, want dan blijft men met de zin-vraag zitten. Zoekt men de zin immers in het horizontale vlak, in de mens of de mensheid, in de „gemeenschap", dan is daar feitelijk geen adres voor de uiteindelijke verantwoordelijkheid. De mens zou dan tegelijk baas en knecht zijn, iemand die bij zich zelf te rade gaat. En de vraag blijft dan over waar men de norm waaraan men de verantwoordelijkheid toetst, vandaan haalt. In het geloof moeten vdj zeggen dat wij verantwoording verschuldigd zijn aan God, Die èn zin aan ons leven èn normen voor ons leven

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's