1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 46

30

A. C. DROGENDIJK

staat dan ook het bestuur van de Federatie „V.M.Z." op het standpunt, dat handhaving van de bestaande toestand de voorkeur verdient boven de plannen van de Minister. Ten aanzien van dit onderdeel van het wetsontwerp maakt de redactie van „Liberaal Réveil" nog een belangrijke opmerking 4). Wat bedoelt de Minister eigenlijk met het recht om met inachtneming van wettelijke regelen ter zake binnen redelijke grenzen de ziekenfondsen naar eigen inzicht hun werkgebied te laten bepalen? Niet anders dan dat hij met deze bepalingen ruim baan wil maken voor de Katholieke ziekenfondsen. Daarmede, aldus genoemd blad, bevordert de Overheid derhalve een efficiency-verstorende versplintering en een verzuiling in een tak van sociale zorg, welke tot dusver aan deze verzuiling vrijwel was ontkomen. Deze opmerking is daarom zo belangrijk omdat wij hierdoor bepaald worden bij de vraag of ziekenfondsen op levensbeschouwelijke basis al dan niet noodzakelijk zijn. Vroeger heb ik in dit tijdschrift uitvoerig uiteengezet om welke redenen dit niet noodzakelijk is 5). Daarom wil ik thans slechts met het volgende volstaan. Het grote belang van de binding van maatschappelijke instellingen aan de levensbeschouwing zal wel niemand willen ontkennen. Bij elke maatschappelijke instelling moet men zich echter afvragen of de binding zinvol is, of differentiatie ten opzichte van de betrokken organisatie een absolute vereiste is. M.i. is dit op ziekenfondsgebied niet het geval en wel om twee redenen. De eerste is deze, dat het ziekenfonds zelf geen geneeskundige verzorging geeft, maar slechts bemiddelt in die zorg. De eigenlijke verantwoordelijkheid voor de ziekenzorg blijft liggen bij de patiënt, die de arts zijner keuze te hulp roept en bij de geneesheer, die zijn ziekte behandelt. De tweede reden is in het volgende gelegen. Er zitten aan de werkzaamheden van de ziekenfondsen ongetwijfeld levensbeschouwelijke aspecten vast, maar deze aspecten zijn niet van zodanige aard en omvang, dat daarvoor een eigen, principiële organisatie noodzakelijk is. Sommige van deze aspecten b.v. zijn meer van theoretisch dan van practisch belang; andere komen zeer zeldzaam aan de orde en nog weer andere worden niet lokaal maar centraal (n.l. in de Ziekenfondsraad) vastgelegd en derhalve mede bezien en besproken door deskundigen van Rooms-Katholieke huize 6). Ook om deze reden kan derhalve het absolute bestaansrecht van ziekenfondsen op levensbeschouwelijke basis niet onderschreven worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen