GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 278

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

198

L. W. KUILMAN

tijdstip begon. Wil men dus een massale bloei en een massale oogst hebben dan zal men de onderlinge concurrentie van de planten om licht en om voedingszouten door een betrekkelijk dichte beplanting moeten gebruiken, teneinde de uitstoeling te remmen. De planten zullen niet, of misschien wel lang niet, aan hun trekken moeten komen. Nog op een heel andere manier ben ik op Java in aanraking gekomen met problemen rond de concurrentie. Zoals U weet, is de cultuur van allerlei tropische gewassen in Indonesië tot een hoge graad van ontwikkeling gekomen. Misschien weet U niet, dat het overgrote deel van deze gewassen er niet inheems is. Het is vrijwel alles import — van de rijst, die met name op Java schier onmetelijke oppervlakten beslaat tot de rubber, waarvan de eindeloze wouden grote delen van Sumatra, Malakka en Borneo bedekken. Die gewassen groeien daar, in Zuidoost-Azië, vaak onder omstandigheden, die nogal verschillen van de omstandigheden op de natuurlijke vindplaatsen. Tóch kan men niet zeggen, dat ze zo ver van huis een suboptimale groei vertonen — veeleer het tegendeel is waar. Wie zich daarin gaat verdiepen, zal te horen krijgen, dat de optimale omstandigheden voor een soort, die in cultuur wordt genomen, niet gelijk behoeven te zijn en vaak ook niet gelijk zijn aan de optimale omstandigheden voor diezelfde soort op zijn natuurlijke vindplaats. Hier groeit de soort namelijk alleen, daar tussen allerlei andere soorten; hier slechts de concurrentie van soortgenoten, daar concurrentie van vele andere soorten. Dat maakt verschil en dat verschil maakt zich voelbaar, kan zich althans voelbaar maken in de ligging van het groei-optimum voor allerlei factoren. H. Ellenberg (1952) heeft dit probleem een jaar of tien geleden op voortreffelijke wijze behandeld in een veel geciteerde publicatie. Daarin wijst hij er op, dat reeds de concurrentie van één enkele partner het optimum van een soort voor de een of andere factor belangrijk kan verschuiven. Er is een bekend voorbeeld van: Trifolium pratense, de Rode klaver, afzonderlijk verbouwd, reageert krachtig op een goede stikstofbemesting; groeit die soort echter samen met verschillende grassen, dan heeft bemesting tot resultaat, dat de grassen de klaver boven het hoofd groeien, zodat de klaver wegens lichtgebrek het veld moet ruimen. Wij hebben hetzelfde waargenomen bij een soort, die de laatste jaren nogal onze aandacht heeft gehad: Plantago major, de Grote weegbree. In het kasje, dat wij boven op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 278

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's