GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 156

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

120

P. J. THUNG

het voorste dochtersegment veel meer orgaantjes van het moederdier mee dan het achterste, met name de complete kop, zodat het veel minder regeneratie hoeft door te maken. Het blijkt nu dat de dieren die van zo'n voorste segment afstammen, steeds korter leven dan de uit een achterste segment geregenereerde dieren. Sonneborns conclusie luidde dat de vervanging van organen door celdeling een verjongend effect heeft, terwijl het aanhouden van oude cellen daarentegen leidt tot veroudering en dood. Er zouden nog verschillende andere proeven in dit verband genoemd kunnen worden, bijvoorbeeld die van de amerikaanse onderzoeker Lansing met raderdiertjes, rotifera. Deze diertjes ondergaan alleen tijdens hun vroege ontwikkeling celdelingen en groeien daarna voort door uitsluitend celvergroting. In de cellen waaruit deze dieren dus hun verdere leven blijven bestaan, meende Landing een verandering te kunnen aantonen die hij beschreef als het ophopen van een „aging factor", een ouderdomsfactor die zelfs aan de nakomelingen kon worden doorgegeven. Aan deze factor zou het te wijten zijn dat de afstammelingen van oude moederdieren steeds een korter leven beschoren bleek dan de nakomelingen die deze zelfde dieren op jeugdiger leeftijd hadden gekregen. Maar, liever dan verder op deze literatuur in te gaan, wil ik er nu op wijzen dat we ook in de weefsels van hogere dieren en van de mens verwante verschijnselen kunnen constateren. Want ook daar zien we een relatie tussen het ophouden van celdelingen en het voortbestaan van individuele cellen enerzijds, en het optreden van veroudering en dood anderzijds. In de onderste cellaag van de epidermis, de opperhuid, vinden we bijvoorbeeld cellen die te vergelijken zijn met de van deling tot deling voortlevende protozoën. Elke cel van deze basale laag verdwijnt als individu door op te gaan in twee nieuwe cellen, en ontsnapt zo aan de individuele ouderdom. Een deel van de dochtercellen echter schuift op naar de hoger gelegen lagen en deze cellen, die zich als epidermis-cellen gaan differentiëren, verliezen nu hun delingsneiging. De specialisatie die in deze hogere cellagen optreedt, en die voornamelijk is gekenmerkt door verhoorning, keratinisatie, betekent tevens een geleidelijk afsterven van deze cellen. En dit doet dus enigszins denken aan die protozoën bij wie de delingsneiging kunstmatig werd onderdrukt: het individuele voortbestaan als cel wordt bekocht met veroudering en dood. De twee hierboven vergeleken situaties zijn natuurlijk fundamenteel verschillend doordat de afstervende huidcel een noodzakelijke

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 156

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's