1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 182

142

J. STELLINGWERFF

vrijheid toestaat aan de culturele vormgeving van het geloof in Jezus Christus. Het Calvinisme is met name burgerlijk, demokratisch en republikeins geweest, ook al behoorden vele Hugenoten tot de adel en kennen we in Nederland de kleine luyden die het constitutionele koningschap hoogachtten. Zijn kracht heeft het Calvinisme in tijden van strijd en verdrukking gevonden in het geloof in de verkiezing. Wie in Christus gelooft en zijn leven laat beheersen door de bijbel kan zeker zijn van zijn eeuwige uitverkiezing door de God van hemel en aarde. Hem kan niets overkomen, al gaat zijn leven op aarde ook verloren. Dit geloof geeft een zekerheid en kracht aan het optreden van de Calvinist, waardoor vaak veel wordt bereikt, een kracht die sommigen imponeert, een zekerheid die anderen afstoot. Deze zekerheid kan echter van geloofszekerheid ontaarden in zelfverzekerdheid en het vertrouwen op Gods verkiezing kan gesystematiseerd worden in een starre theologie over eeuwige verkiezing en eeuwige verwerping. Het Calvinisme heeft vaak geen kans gezien voor eigen geloofsovertuiging de volle vrijheid te verwerven binnen de bestaande verbanden en kerken. Het Calvinisme is niet gekenmerkt door soepelheid in de omgang met hen die een afwijkend inzicht verdedigen, terwijl ook binnen het Calvinisme veel te dikwijls onderlinge onverdraagzaamheid is aan te wijzen. Met een van de mooiste gedachten begint de Institutie van Calvijn. „Nagenoegd de ganse hoofdinhoud van onze wijsheid, die verdient voor de ware en hechte wijsheid gehouden te worden, bestaat uit twee delen, de kennis van God en de kennis van onszelf. Maar hoewel deze twee door vele banden onderling verbonden zijn, is het toch niet gemakkelijk te onderscheiden, welke van beide aan de andere voorafgaat en haar uit zichzelf voortbrengt." Het verdient onze aandacht dat Calvijn na dit begin hoofdzakelijk over God en godsdienst schrijft en dat zijn anthropologic, voorzover hij daarover schrijft, geheel bepaald blijkt door het scholastische dualisme van een lichamelijke kerker en een onsterfelijke ziel i) *). Zou daarmee niet samenhangen de Calvinistische distantie ten op•)

De gecijferde noten zijn aan het einde van het artikel geplaatst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen