1967 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 36

20

L VLIJM

duidelijk IS dat voor mij de omzetting van „missmg link" in „zondig mens" met een verzwakking inhoudt, maar eerder een verscherpmg van de vraag waar staan wi] als Christenen in een wereld met een begin en een einde' Misschien meent Dr Esser wederom dat ik met aarzelende toon spreek, en vindt dat onjuist' Misschien denkt hij ook nu dat ik door onscherp formuleren het doel niet b e r e i k ' Als de hierboven gemaakte opmerkingen dooddoeners zijn is naar mijn gevoel, maar op een heel andere wijze dan ik in mijn voordracht opmerkte, de basis onder het Christendom uitgeslagen Immers dan is onze godsdienst verkeerd in een religieuze natuurwetenschap of natuurwetenschappelijke religie, waarm de liefde tot de mens is blijven bestaan, en zelfs positief beleden wordt, maar waaruit God en ook de Here JezUb die Hem ons openbaarde weggevallen zijn Deze gedachten, die reeds bij het hoofdje ,,overbevolking" van Dr Esser bij mij opkwamen, wonnen aan kracht toen ik het hoofdstukje „Christelijke idealen en technische ontwikkeling" las De conclusie immers die Dr Esser hier trekt is' „Het is duidelijk, dat de mensheid wat de ontwikkeling van de noosfeer betreft, (nog) niet genoeg gevorderd is om zich een ethische rem te verschaffen op het misbruiken van haar mogelijkheden" Mijn commentaar op zijn best zit m de „ontwikkeling van de noosfeer" een bijdrage van het Christendom en kan m ,,de ethische rem" een afgeleide van de bergrede gelezen worden Maar het Christendom is dan voor mijn gevoel tot armetierigheid gereduceerd Ik hoop dat Dr Esser begrijpt dat ik deze zaken probeer zo scherp mogelijk te formuleren, omdat ik nu en dan precies dezelfde benadering heb als degene die hij naar voren brengt, terwijl ik me daaronder op andere momenten wel eens met gelukkig voel ook met onder de derde mogelijkheid die door Dr Esser naar voren wordt gebracht Vanuit deze derde mogelijkheid komt Dr Esser tot de practijk Daarin gaat hij uit van de gedachte dat God de evolutie bestuurt en ons, door een door Hem bestuurde ontwikkeling van de noosferische mogelijkheden, van een oplossing van onze problemen zal voorzien, terwijl hij anderzijds ruimte laat voor de gedachte dat de wereld slechts kan voortbestaan, indien we acties beginnen om de agressie van Homo sapiens in andere banen te leiden en ook de kansen op agressie verminderen door overbevolking tegen te gaan Ik laat nu daar — kom daar wellicht nog eens op terug — of agressie bij dier en mens onder één noemer valt (waarvan Dr Esser kennelijk uitgaat, doch waarvan ik niet overtuigd ben) Ik kan mij niet losmaken van de gedachte dat indien wij de denkwijze van Dr Esser gaan volgen (waarbij biologische drijfveren en geloof onder het hoedje van de toekomst gevangen worden) wij uit het geloof alleen maar bepaalde zaken kunnen laten fungeren en de rest geen recht meer kunnen laten wedervaren. Want betekent dit niet dat we de hele strijd van kerk en wereld, van zaad van de slang en zaad van de vrouw mengen tot de strijd om het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen