GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

26

DECONFESSIONALISERING?

formaliserend bezig zijn". Voor mijzelf zie ik in deze formulering zeer summier het gehele bestaansrecht, ja welhaast de bestaansnoodzaak heden ten dage van een christelijke universiteit aangeduid, zoals ik straks nader hoop uiteen te zetten. Professor Schillebeeckx redeneert echter verder als volgt. Aangezien de wetenschappen autonoom zijn, kunnen en mogen zij niet verchristelijkt, laat staan geconfessionaliseerd worden. In beginsel geeft hij daarom de voorkeur aan niet-confessionele universiteiten. Er is echter behoefte aan confrontatie van wetenschappelijke analyse met geloofsbezinning. Dit leidt, zoals onder andere blijkt uit situaties aan sommige buitenlandse universiteiten, niet automatisch tot een confessionele universiteit. Terloops zij hier opgemerkt dat van de zijde der katholieke studenten in Nijmegen er ook steeds met nadruk op gewezen wordt, dat deconfessionalisering van de katholieke universiteit niet betekent, dat deze universiteit een rijksinstelling zou moeten worden. Veeleer zou het aan te bevelen zijn haar om te zetten in een niet-confessionele bijzondere universiteit, waarin men door een onafhankelijk benoemingsbeleid de gelegenheid zou hebben de bezinning op de onderlinge relatie der wetenschappen en de confrontatie van geloof en wetenschap te stimuleren. In feite verschilt het standpunt van professor Schillebeeckx, hoezeer ook aangevochten door sommige Nijmeegse studenten, niet zo sterk van deze opvatting. In verband met genoemde confrontatie ziet hij de confessionele universiteit als niet meer dan een zinvolle mogelijkheid. Er zal dan echter plaats moeten zijn voor docenten uit andere kerken en uit niet-christelijke gemeenschappen, ook binnen de faculteit van de theologie.

Voordat ik mij nu waag aan een poging om de boven door mijzelf opgeworpen vragen te beantwoorden, is het eerlijkheidshalve goed om voorop te stellen, dat mijn antwoorden samenhangen met een overtuiging, of beter nog, met een voorwetenschappelijke beslissing. Zij hebben dit gemeen met vrijwel ieder antwoord, dat een mens geeft op de vragen die een situatie hem stelt. Men behoeft waarlijk geen brilliant psycholoog te zijn om te ontdekken, dat de argumentaties, waarmee vooral ontwikkelde mensen een beslissing beredeneren, meestal rationaliseringen achteraf zijn, hoezeer zij dit ook met een schijn van logica trachten te maskeren. Hiermee acht ik mij uiteraard niet ontslagen van de plicht te trachten mijn antwoorden zo te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's