1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 73
p . C. BAAYEN
53
personen ongeveer gelijktijdig gedaan wordt; het is geen „toeval" als in verschillende ogenschijnlijk niet met elkaar in verband staande gebieden van de cultuur min of meer gelijktijdig ingrijpende veranderingen plaats vinden. Geen aspect van de cultuur is autonoom; ook deze waarheid wordt al te vaak verwaarloosd, vergeten, of zelfs ontkend. (De bezorgdheid hierover klinkt o.a. door in verschillende publicaties van K. J. Popma; zie bijv. [7]. Misschien liggen hier voor de wiskundige wel extra gevaren: de verleiding om eigen logisch bezig zijn (of de logica als zodanig) te overschatten, of het in de wiskunde gebruikte waarheidsbegrip te verabsoluteren, is groot. Er zijn mathematici die het bedrijven van wiskunde zien als het ontdekken en openleggen van een — ook buiten de mens, zijn cultuur en zijn psychische aard om gegeven — vastliggend, onveranderlijk stuk structurering van de werkelijkheid; er zijn anderen (vooral in deze tijd, waarin veel wiskunde bij uitstek formeel en uiterst abstract van karakter geworden is) die menen dat hun intellect — of althans dat van de grootmeesters onder hun collegae — vrij scheppend en vormend, autonoom, nieuwe structuren creëert. Beide groepen hebben naar mijn overtuiging ongelijk. „De wetenschap is door mensen gemaakt, en wordt door mensen in stand gehouden. Wetenschappelijke vernieuwingen en ontdekkingen hangen onmiddellijk samen met het patroon van leven dat de tijd kenmerkt, en dat ook de vernieuwer of de ontdekker typeert. [... ] De wiskunde staat niet buiten deze zingeving. Ook de wiskundige denkt, vindt en schrijft op een tijdstip in de menselijke historie. [ . . . ] Dan heeft het zin ook bij zijn ontdekkingen te vragen naar de aard van de telkens bijzondere band met het gewone leven" [MM 423]. Inderdaad. Jammer toch dat vdB soms zulke absurde banden met het gewone leven meent aan te treffen, en die dan met zo vreemde, gekunstelde, onwetenschappelijke argumenten tracht te consolideren! Een derde aspect (het belangrijkste?) in de boodschap van de metabletica is dat wij toegroeien naar medemenselijkheid. Dit geëngageerd zijn met de intermenselijke relaties blijkt voor vdB onlosmakelijk verbonden aan een occupatie met God. „Het is een geïrriteerde occupatie, want Van den Berg ziet een concurrentiepositie tusen God en medemens" merkt Penning de Vries [6] terecht op. Inderdaad schaart vdB zich onder de extreemste „horizontalisten". Hij „constateert" dat van de mensen gevraagd wordt samen te zijn zonder God [MM 434], zelfs al kost het moeite zonder God te leven [MM 436],
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's