1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 233
O N Z E K E R WETEN*) DOOR
H. V E R H E U L Vaak wordt door niet-ingewijden de indruk gewekt dat zij de natuurwetenschap beschouwen als een feitelijke wetenschap, die met zekerheid bepaalde uitspraken doet. De resultaten van het natuurwetenschappelijk onderzoek worden meerdere malen als onfeilbaar gebrandmerkt. Met name wordt dit duidelijk geïllustreerd door de wijze waarop in de communicatiemedia uitdrukkingen als — „Door natuurwetenschappelijk onderzoek is aangetoond d a t . . . " of „De natuurwetenschap leert ons . .." of in reclameteksten: „Dit middel is het resultaat van langdurig wetenschappelijk onderzoek." — worden gebruikt en uitgebuit. Het woord natuurwetenschap schijnt dan een soort magische klank te bezitten en het gebruik ervan de mogelijkheid van een kritische discussie bij voorbaat uit te sluiten. Zo getrokken conclusies hebben de schijn onweerlegbaar en rechtvaardig te zijn. Beangstigend is dit verschijnsel als men meent dat belangrijke vraagstukken van onze tijd vooral door een dergelijk onderzoek opgelost kunnen worden. Begrip voor de vorming van dit waardeoordeel kan misschien gevonden worden in de trefzekere toepassingen, die van de resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek gemaakt worden. Ter illustratie noem ik u slechts recente reizen naar de maan, waarbij zowel het landen op de van tevoren afgesproken plaats als de tot seconden gereduceerde afwijkingen in het tijdschema van de reis, genoemde indruk alleen maar hebben kunnen bevestigen. Voor de ingewijden is de situatie echter geheel anders. Voor hen is de natuurwetenschap geen vaststaand gegeven, maar een resultaat van menselijk handelen en denken en als zodanig toegankelijk voor discussie en revisie. Vaak zijn uit gevoelens van onzekerheid over of twijfel aan behaalde resultaten belangrijke bijdragen tot de ontwikkeling van de natuurwetenschap voortgekomen. En dit kan niet gezegd
*) Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in de natuurkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op vrijdag 22 mei 1970.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's