GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 166

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

118

WERELDBEVOLKING EN FYSIOLOGIE VAN DE MENSHEID

zijn volledig identiek: alle volken met een bepaalde graad van organisatie accepteren een bepaalde mate van sexuele beperkingen en omgekeerd (26). Unwin beschouwt een hogere graad van organisatie als een uiting van meer sociale energie, maar tevens als het enige objectieve blijk van de aanwezigheid van meer mentale energie. Aangenomen wordt dat alle volken beschikken over eenzelfde potentieel denkvermogen (inherente eigenschap van het genus mens). Het actuele denkvermogen echter hangt af van de hoeveelheid mentale energie die ter beschikking staat (die derhalve het potentiële denkvermogen activeert en zodoende de mogelijkheid verschaft om van de inherente eigenschap gebruik te maken) en die wisselt van gemeenschap tot gemeenschap. Het toenemen van de hoeveelheid mentale energie (vermeerderd actueel denkvermogen) en van de hoeveelheid sociale energie (hogere graad van sociale organisatie) wordt veroorzaakt door één enkele factor. Deze factor is toenemende sexuele discipline, dat is vermeerderde sexuele beperkingen (27). V. 1. c. Een verandering in deze factor uit zich echter niet onmiddellijk in een veranderde graad van sociale organisatie. Er is een traagheidsfactor in de dimensie van de tijd, waardoor het volle effect van de verandering eerst ongeveer 100 jaar later (drie generaties verder) volledig tot uitdrukking komt. De psychologische verklaring hiervoor is dat het menselijk gedrag voor een groot deel bepaald wordt door het onbewuste, dat zelf weer grotendeels gevormd wordt door de opvoeding en de ervaringen van de eerste levensjaren. Daardoor zal eerst de derde generatie die van jongsaf opgroeit in een samenleving, waar de veranderde sexuele beperkingen volledig gemeengoed zijn geworden, de juiste uitdrukking geven aan de graad van sociale organisatie die met het nieuwe niveau van sexuele discipline correspondeert. V. 1. d. Een tweede complicatie bij toenemende sexuele discipline is het feit dat in de hoger georganiseerde samenlevingen vrijwel steeds een gelaagde structuur (klassevorming) optreedt, waarbij de sexuele beperkingen ongelijk zijn voor de verschillende lagen der samenleving. Hoe hoger de samenleving ontwikkeld is, des te kleiner wordt de proportie van hen die het hoogste culturele niveau bereiken, hoewel het juist deze kleine groep is wier gedrag bepalend is voor de hoogte van de samenleving.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 166

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's