De Vrije Universiteit - haar ontstaan en haar bestaan 1880-1930 - pagina 103

HET ACADEMISCHE LEVEN

In September 1897 publiceerde de Senaat der Vrije

Universiteit het volgende Rapport, in Mei 1895 opgesteld

door de Hoogleeraren Kuyper, Fabius en Woltjcr.

L.S.

De Senaat der Vrije Universiteit, overwogen hebbende, óf en in

hoeverre het geoorloofd is voor studenten der Vrije Universiteit col-

lege te houden aan de andere Universiteiten, heeft te dien aanzien de

volgende Stellingen aangenomen; en heeft voorts besloten, in den

kring der Universiteit hiervan mededeeling te doen door aanplakking

ad valvas Academicas.

1. Het Onderwijs aan cene Universiteit moet naar zijnen aard,

als het hoogste, als wetenschappelijk onderwijs, principieel zijn, niet

slechts in dien zin, dat het op beginselen rust, maar ook zóó, dat het

verband met de beginselen wordt aangewezen.

Voor de verschillende faculteiten zijn de beginselen naar den aard

van het object der wetenschap, die in deze faculteit gedoceerd wordt,

onderscheiden, maar deze onderscheidene beginselen leiden, zoowel

door den aard der wetenschap, wier objecten in den grond toch

samenhangen als organische deelen van één geheel, als door den aard

en de natuur van den menschelijken geest, als het subject der weten-

schap, welke geest in blijvende gedeeldheid geen rust vindt, tot

gemeenschappelijke beginselen.

2. Universiteiten vallen als inrichtingen voor onderwijs ook

onder de regelen der paedagogiek.

De paedagogiek nu eischt vóór alles eenheid, eene centrale eenheid,

in het onderwijs niet minder dan in andere zaken, die tot haar terrein

behooren.

Wat tegen die centrale eenheid ingaat, hetzij incidenteel, hetzij

vooral principieel, behoeft niet onbekend te blijven, en mag dat ten

deele zelfs niet, aan hen, die onderwezen worden, maar moet, zoo

objectief mogelijk gerefereerd, van het centrale beginsel uit, in het

licht worden gesteld.

3. De Vrije Universiteit als staande voor al haar onderwijs geheel

en uitsluitend op den grondslag der Gereformeerde beginselen, ver-

langt en postuleert diensvolgens, meer dan eenige andere Universiteit,

eenheid van beginsel in haar onderwijs, uit wetenschappelijk en paeda-

gogisch oogpunt beide. Immers al wat Gereformeerd is heeft in de

absolute erkenning van de Souvereiniteit Gods en den cisch van de

toepassing dezer erkenning op elk terrein des levens en dus ook der

wetenschap, zijn gemeenschappelijk grondbeginsel en uitgangspunt.

91

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen