De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 119
P R O F . DR J . W A T E R I N K 105
de ouderen aan hun vrouwen en kinderen. Bij de jongeren aan hun
vaders en moeders en hun verloofden. Zij hebben het geweten.
Maar zij zijn niet teruggedeinsd. Zij hebben het mogelijk geacht.
Maar zij zijn doorgegaan en zij zijn van dag tot dag trouw gebleven
tot het einde kwam en van hen gevraagd werd het grootste offer,
dat een mensch brengen kan, het offer van zijn leven.
Zoo werd hun sterven een getuigenis. Moedig zijn zij gestorven,
als die den dood niet vreesden.
Jan Goldschmeding en Cor Dijksterhuis zijn hand aan hand geval-
len, hand aan hand stonden zij den kogel op te wachten. Samen
één in het leven als vrienden, één in hun werk voor het vaderland,
één in hun welbewust en moedig getuigen, dat nooit de vijand hun
geloof zou kunnen breken.
Ik noemde alleen die twee. Bijzonderheden van allen noemen kan
ik niet, ook omdat van het sterven van velen geen bijzonderheden
bekend zijn en wijl deze ure zich tot zulk een opsomming niet
leent. Maar van het sterven van schier ieder van dezen komt een
prediking en die prediking is een getuigenis: wij willen trouw zijn
tot in den dood. "Wij wachten de kroon des levens.
En zoo wordt hun sterven een zaad.
Tot U, mijne vrienden studenten, tot U allen, die jong zijt, komt
hier een roepstem. Hun trouw geeft U verplichting.
Wij zullen moeten verstaan welk een taak wij jegens ons volks-
leven hebben. "Wat achter ons ligt, was begrijpelijk, als wij verstaan,
hoe de wereld van onzen tijd w^s. Dat wij klagen: „De rechtvaar-
dige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt en de
weldadige lieden worden weggeraapt, zonder dat er iemand op let,
dat de rechtvaardige weggeraapt wordt voor het kwaad," — dat
is verklaarbaar, even zooals Jesaja 57 : 1 verklaarbaar is uit Jesaja
56 : 10 tot en met 12:
Hun wachters zijn allen blind, zij weten niet; zij allen zijn stomme
honden, zij kunnen niet bassen; zij zijn slaperig, zij liggen neder,
zij hebben het sluimeren lief. En deze honden zijn sterk van be-
geerte, zij kunnen niet verzadigd worden, ja, het zijn herders, die
niet verstaan kunnen; zij allen keeren zich naar hunnen weg, elk-
een naar zijn gewin, elk uit zijn einde. Komt herwaarts, zeggen zij,
ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen en de dag
van morgen zal zijn als deze, ja grooter, veel treffelijker.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's