De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 25
P R O F . MR v . H. R U T G E R S 21
der vereeniging, en waar naast de inwonende studenten ook an-
deren tegen matigen prijs hun maaltijden kunnen nuttigen. Aan
het eind van den vorigen cursus zaten daar dagelijks 52 studenten
aan. Ieder begrijpt, dat het geen kleine taak is in dezen tijd zulk
een hongerig gezelschap te voeden; die taak wordt door de direc-
trice van het hospitium, mejuffrouw van der Linden, met opge-
wektheid en blijdschap volvoerd.
De verhouding tusschen den Universitairen Senaaat en de studen-
ten is in het afgeloopen jaar gunstig geweest. Aan den aanvang
van het jaar schenen moeilijkheden in aantocht in verband met
het novitiaat, maar het studentencorps is erin geslaagd die moeilijk-
heden binnen eigen kring tot oplossing te brengen. Het studenten-
leven tracht zich voorts te handhaven, zoover dit onder de tegen-
woordige omstandigheden gaat, al brengen het vervroegd sluitings-
uur sommige studentikooze gewoonten in het gedrang, — misschien
tot voordeel van gezondheid en studie.
Den 5den Maart werd de sociale dag van het Corps gehouden,
waar collega "Waterink sprak over „De invloed der cultuur op het
sociale leven", en Mr. van Beeck Calkoen te 's-Gravenhage over
„Individueele en sociale hulpverleening". Het zeer geslaagde congres
der Calvinistische Studentenbeweging vermeldde ik reeds; de
Rector Magnificus heeft een gedeelte daarvan als gast bijgewoond.
Voor ingeschrevenen van alle richtingen van Hooger Onderwijs
in Nederland heeft de Senaat den 21sten Maart 1941 na van
Directeuren verkregen machtiging vier prijsvragen uitgeschreven,
twee liggende op het gebied der faculteit der rechtsgeleerdheid en
twee op het gebied der faculteit der letteren en wijsbegeerte. O p
één der rechtsgeleerde prijsvragen, waarbij verlangd werd „een
critisch overzicht van de geschiedkundige ontwikkeling welke
leidde tot de onderscheiding tusschen dolus en culpa in het straf-
recht", kwam een antwoord in. O p de eerste prijsvraag der facul-
teit der letteren en wijsbegeerte, waarbij verlangd werd een uiteen-
zetting betreffende „Groen van Prinsterer en de Belgische Op-
stand", kwamen twee antwoorden in; op de andere prijsvraag dier
faculteit, vragende een uiteenzetting betreffende „de verhouding
tusschen wijsbegeerte en paedagogiek in de Nederlandsche weten-
schappelijke literatuur der laatste halve eeuw", kwam één ant-
woord in. Ik verzoek de voorzitters der faculteiten der rechts-
geleerdheid en der letteren en wijsbegeerte, collega's Dooyeweerd
en GosHnga het oordeel dier faculteiten over de ingekomen ant-
woorden mede te deelen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's