GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De vrijheid van het bijzonder onderwijs - pagina 168

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrijheid van het bijzonder onderwijs - pagina 168

Academisch proefschrift ter verkrijging van de graag van doctor in de Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

tot de slotsom, dat een beroep van een bijzondere instelling op de bijzondere

status voortaan slechts dan zin zou hebben, 'wanneer redelijkerwijze inzich-

telijk kan worden gemaakt, dat de eigen aard en grondslag, in de zin van de

ideële motivatie, in het geding zijn. In alle andere gevallen is de bijzondere

status nu, bij de 100% gelijkstelling, niet meer relevant'. Aan het slot van zijn

betoog vroeg De Rijk de minister of hij het met zijn betoog eens was en hoe

in dat geval de zinsnede ' d i e n t . . . bij de taakverdehng rekening te worden

gehouden met de eigen aard van de bijzondere instelhngen, met name van de

zg. confessionele instellingen' in de Memorie van Toelichting terecht was ge-

komen. De Rijk vroeg dat, omdat vooral de woorden 'met name' zouden

suggereren, dat meer dan alleen de confessionele grondslag ertoe zou kunnen

leiden, dat een bijzondere instelhng - bijvoorbeeld een niet-confessionele

hogeschool als die te Rotterdam — buiten een door de overheid nagestreefde

taakverdeling zou kunnen blijven.

Senator De Rijk miskende met zijn betoog, dat de vrijheid van onderwijs

niet alleen confessionele, maar ook allerlei ideële en zeer praktische grond-

slagen kan hebben. Financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder weten-

schappelijk onderwijs kan en mag niet een verregaande, zelfs bijna volledige

gelijkschakehng van de beide onderwijsvormen tot gevolg hebben: de grond-

wettelijk gewaarborgde vrijheid van onderwijs dient zelfs bij 100% subsidie in

stand te blijven. Helaas hebben noch de minister noch de overige leden van

de Eerste Kamer zich duidelijk uitgelaten over de opvattingen van de heer De

Rijk.^'^ Hoewel het wetsontwerp door de Eerste Kamer werd aanvaard en tot

wet^^^ werd verheven weerhield dit er senator De Rijk niet van om in een

later stadium op de taakverdehng terug te komen en de minister te verzoeken

alsnog tot een bijstelling van de gewraakte passage in de Memorie van Toe-

Hchting bij de 100%-wet over te gaan.^^^

III.7.4.3. De financiële gelijkstelling

De vraag is gerechtvaardigd of de 100%-wet een volledige financiële gelijk-

steUing van het bijzonder wetenschappelijk onderwijs met het openbare heeft

bewerkstelligd. De voortekenen zijn niet gunstig. In naam bestaat sedert

1920 een financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder lager onder-

wijs, niettemin heeft onlangs de interdepartementale werkgroep regeling

rijksuitkeringen kleuter- en lager onderwijs geconstateerd, dat het openbaar

onderwijs veel duurder is dan het bijzondere. 'Door een niet'bedoelde

werking van de financiële gelijkstelhng tussen openbaar en bijzonder onder-

wijs is een onbevredigende toestand geschapen. (. . .) De nominale gelijkstel-

ling tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs moet gewijzigd worden

in een materiële gelijkstelling'.^'" Geldt deze algemeen geformuleerde con-

clusie nu ook het wetenschappelijk onderwijs?

351. Wel positief was de uitspraak van minister Veringa, dat bij een taakverdeling de

openbare instellingen 'als een geheel, als een groep worden gesteld tegenover de indivi-

duele bijzondere insteUingen, voorzover deze laatste zich op grond van hun eigen aard van

de openbare instellingen en . . . van elkaar onderscheiden'.

352. Wet van 30 september 1970, Stb. 494.

353. Handelingen I 1970-1971, blzz. 152-178.^

354. Bijlagen bij de HandeHngen II 1975-1976, no. 13.721 nr. 2.

156

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978

Publicaties VU-geschiedenis | 264 Pagina's

De vrijheid van het bijzonder onderwijs - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978

Publicaties VU-geschiedenis | 264 Pagina's