Wetenschap en rekenschap - pagina 587
Een eeuw wetenschapsbeoefening en wetenschapsbeschouwing aan de Vrije Universiteit 1880-1980
H O N D E R D JAAR FILOSOFIE AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
faculteit. De èn door Bavinck èn door Waterink onderstreepte wijsgerige onder-
stellingen van de psychologie raakten hiermee echter niet geheel uit het zicht,
mede dankzij het optreden van C.Sanders (geb. 1921). Deze volgde in 1961
Waterink op met betrekking tot de theoretische psychologie. Daarnaast doceert hij
de geschiedenis van de psychologie, sedert 1974 ook de wijsbegeerte van de
psychologie.
In zijn inaugurele oratie Christelijk geloof en empirische psychologie (1962) ge-
waagt Sanders nog wel van christelijke psychologie (CG 18). Zijn naderhand
steeds meer beklemtoonde grondstelling is echter reeds hier te vinden, namelijk
dat christelijk geloof en empirische psychologie in feite incommensurabel zijn. Het
christelijk geloof vertegenwoordigt een bijzondere ken- en zijns-wijze, die van het
persoonlijke kennen in liefdevolle ontmoeting; de empirische wetenschap daar-
entegen een andere kenvorm, die van het onpersoonlijke, abstracte en objectieve
kennen, slechts geldig binnen een afgeperkt „universe of discourse" (CG 18). In
„De taal van de predikant" (1969) heeft hij een en ander uitgewerkt. De taal van de
wetenschap, in casu van de psychologie, wordt verworven door een bepaald soort
reductie, die modellen bouwt en verklaringsbegrippen hanteert (TP 214-220) maar
geen ontologische pretentie heeft (TP 225), terwijl de taal van het geloof „procla-
matietaal" is (Van Peursen), niet beschrijvend maar bevrijdend.^*
Met dit al staat Sanders geen kantiaanse boedelscheiding voor van geloof en
wetenschap. Want de abstracte modellen van de hedendaagse wetenschap „ont-
hullen" — fenomenologisch gesproken — toch wel iets van de werkelijkheid
(TP 225) en de gereduceerde mensbeschouwing van de moderne psychologie (zo
zegt zijn Inleiding in de grondslagen van de psychologie, 1976) geeft toch wel een
„benaderende voorstelling" van de mens (IP 115). En omgekeerd dienen de ver-
kondigende woorden van geloof en prediking toch wel functioneel te zijn en te
slaan op de hedendaagse werkelijkheidsbeleving (TP 228). Streefde Sanders in
zijn inaugurele rede nog naar een „integratie" van geloof en psychologie (CG 18),
thans beoogt hij op zijn minst een „interactie". De empirische wetenschap kan de
begrippen van het geloof en de taal van de theologie van veel metafysische ballast
bevrijden. Het geloof kan omgekeerd de wetenschap bevrijden van „verabsolute-
ring" van eigen inzicht (CG 17). Inzoverre strookt Sanders zienswijze met een
moderne wetenschapstheorie als van Kuhn dat beiden de wetenschapsbeoefening
relativeren en relateren aan prevalerende paradigma's, dit is aan denkgewoontes
en wereldbeschouwingen. Het onderzoek van Sanders en zijn vakgroep is altijd
sterk historisch gericht geweest; het krijgt tegenwoordig een systematische spits,
gericht op de genoemde wetenschapstheoretische problematiek, nader, op de
mogelijkheden en beperkingen van de hypothetisch-deductieve methode in de
psychologie.
581
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980
Publicaties VU-geschiedenis | 602 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980
Publicaties VU-geschiedenis | 602 Pagina's