De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 59
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
Het is dus de Heilige Geest die volgens Kuyper onze inwendige mens
aanraakt. Daarover schreef hij:
'De diepere grondgedachte blijft dus ongedeerd, t.w. dat het werk van
den Heiligen Geest intreedt, zoo dikwijls het aankomt op de
onmiddellijke aanraking van God aan zijn schepsel. Bij de zichtbare
schepping nu bestaat die aanraking eigenlijk alleen in het ontsteken en
aanblazen van de levensvonk, en zoo is het geheel natuurlijk en
overeenkomstig de doorgaande onderwijzing der Heilige Schrift, dat de
Geest Gods zweeft over de wateren, en dat al het heir des hemels en
der aarde door den Heiligen Geest wordt uitgebracht, versierd, in gloed
gezet en bezield.
Maar nu bestaat er, behalve die zichtbare, ook nog een onzichtbare
schepping, die voor onze wereld zich concentreert in het hart van den
mensch; en zoo is het dan van belang, nu voorts in de tweede plaats te
onderzoeken, inhoeverre er ook een eigen werk van den Heiligen Geest
is na te speuren in de schepping van den mensch.'
Hier komt even het hart van de mens te voorschijn als het centrum van
de onzichtbare zijde van de mens. Meer zegt Kuyper hier niet over het
hart, ook al onderstreepte hij dat begrip.
Bij het naspeuren van het eigen werk van de Heilige Geest in de
schepping van de mens, onderscheidde Kuyper drieƫrlei begin. Het
eerste begin van de mens ligt in het paradijs bij de schepping van
Adam. Het tweede begin ligt in de ontvangenis en geboorte van elke
mens. Het derde begin ligt in de wedergeboorte. Over dat eerste en
derde begin schreef Kuyper uitvoerig, maar over dat tweede begin van
de mens als werk van de Heilige Geest lezen we vrijwel niets. In zijn
Dictaten Dogmatiek blijkt Kuyper een overtuigd creatianist, die de
afzonderlijke schepping van alle zielen voor de geboorte leert en wel de
schepping telkens van een 'gepraeordineerde ziel' voorzien van de
erfelijke eigenschappen van de ouders.
Het eerste begin ontstond toen de adem des levens door de Heilige
Geest in het stof werd ingeblazen. Toen ontstond 'een levende ziel'. Bij
dit eerste begin noemde Kuyper niet het hart, maar wel de persoon en
het karakter.
Daarvan schreef hij:
'Uw persoonlijkheid is het plan Gods met en voor u. Zooals God u
eeuvdgUjk heeft gedacht, als onderscheiden van andere menschen, met
een eigen stempel, en deswege met een eigen levenshistorie, een eigen
roeping en een eigen uitkomst, zoo moet gij u naar buiten ontwikkelen,
ontplooien en vertoonen, om persoon te worden. Eerst daardoor krijgt
ge karakter. Al het overige, dat zich "karakter" noemt, is hoovaardij en
willekeur.
Maar vloeit nu onze persoonlijkheid rechtstreeks uit het plan Gods, dan
spreekt het ook vanzelf, dat ons karakter, onze persoonlijkheid,
55
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's