De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 434

224-27; De brochure was- V. Hepp, Dreigende Deformatie. I, Kampen 1936, p. 5 en II, Kampen

1937, p. 80.

224-33; Dr. K. Sietsma: G.T.T., 46e jg., 1936, p. 564.

224-38; Ook de hoofdredacteur, J. Ridderbos: G.T.T., 47e jg., 1937, p. 109.

225-6; De journalist H. Algra: De Reformatie, 17e jg., nr. 22 van 26 februari 1937, p. 176.

225-19; In het College: M.E. Verburg, Herman Dooyeweerd. Baarn 1989, p 209-212.

226-27; Inzake de twee naturen: H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek. Kampen, 4e druk, 1929,

p. 290, en bij A. Kuyper in zijn collegedictaten.

227-8; Opmerkelijk was de: G.T.T., 38e jg., 1937, p. 247, 249, 250.

227-37; Men moet zich voorstellen: Rapport van deputaten naar artikel 212 der acta van de

Generale Synode te Amsterdam 1936, behorende bij de Acta Sneek 1939, p. 1-13. Ook: K.

Schilder en D.H.Th. Vollenhoven, Van Oorzaken en Redenen, gestencild rapport voor de Synode

te Sneek 1939, en met opgenomen bij de Acta Sneek 1939

230-14; D.Th. Kuiper: De Voormannen. Kampen 1972, p. 252, 336 en 337.

230-24/25, Nauta publiceerde: ten onrechte denkt men dat het grote artikel over Abraham

Kuyper in deel 5 van het Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in

Nederland, 's-Gravenhage 1943, door de medewerker D. Nauta werd geschreven. Die biografie is

van de hoofdredacteur J.P. de Bie zelf.

230-27; In zijn inaugurele: D. Nauta, De Nederlandsche Gereformeerden en het Independentisme

in de zeventiende Eeuw. Amsterdam 1936, p. 24, 25 en 27.

231-23; Dat was niet in de: A. Kuyper, Het Calvinisme. Amsterdam e.a. z.j. (1899), p. 55.

231-32; HIJ schreef over: M. Bouwman, Voelius over het Gezag der Synoden. Amsterdam 1937,

p. 7.

232-24; De kroniekschnjver: G.T.T., 38e jg., 1937, p. 431.

233-12; De Radio-omroep-controle-commissie: H. Wij^es, Radio onder restrictie;

Overheidsbemoeiing met radioprogramma's 1919-1941. VU-proefschrift, Amsterdam 1988, p. 3:

"Het centrale thema van dit boek is censuur." Inlichtingen uit de notulen verstrekt door de heer

F.W. Metz van het archief der N.C.R.V. te Hilversum. Zie ook de dissertatie van M E. Verburg,

p. 231.

233-22; Hij was niet ingegaan: De Heraut nr. 3117 van 17 oktober 1937.

233-34; In het G.T.T. werd: G.T.T., 38e jg., 1937, p. 472.

235-30, Ds. C. Veenhof verstrekte: C. Veenhof, In Kuyper's Lijn. Goes 1939, geeft de resultaten

van deze zoekacties weer. De ondertitel was: "Enkele opmerkingen over den invloed van Dr A.

Kuyper op de "Wijsbegeerte der Wetsidee".'

235-39; Dat de soevereiniteit: A. Kuyper, Het Calvinisme. Amsterdam e.a. z.j. (1899), p. 144. Op

die bladzijde gebruikte Kuyper de uitdrukking "een centraal motief' en op bladzijde 193: "het

pnncipieele grondmotief van alle leven."

236-12; A. Kuyper had zelf: A. Kuyper, Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid. 1, 2e druk.

Kampen 1908, p. 97, 131 en 146. Dooyeweerd gebruikte echter de samenvatting van Kuypers

standpunt door V. Hepp in zijn dissertatie. Het Testimonium Spiritus Sancti. Amsterdam 1914, p.

56 en 57.

237-18; Schilder begon met: De Reformatie, 18e jg., no. 7 van 12 november 1937 en 18e jg., no

11 van 10 december 1937.

237-36; Tenslotte kwam nog: A. Goslinga, Briefwisseling Groen-Kuyper. 's-Gravenhage en

Kampen 1937, p. XI.

428

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen