GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 371

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 371

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen in 1946 de Christelijke Vereniging van Natuur- en Genees-

kundigen in Nederland haar 50-jarig bestaan vierde, werd prof. G.J.

Sizoo haar voorzitter. Na het congres in 1947 over de

Atoomenergie werd onder zijn leiding op 14 en 15 april 1950 een

congres gehouden over De ouderdom der aarde. De geologie en

biologie werden toen nog niet aan de VU gedoceerd. De vereniging

nam dus het initiatief tot bezinning ter voorbereiding van de

uitbreiding van de natuurwetenschappeUjke facuheit. Sizoo opende

het congres met een toespraak over Het scheppingsverhaal en de

historische geologie. Het ging daarbij om een afwijzing van de in

gereformeerde kring gangbare opvatting over de ouderdom der

aarde. Terzake botsten natuurwetenschap en gereformeerde theolo-

gie al met elkaar sinds 1926. Sizoo sloot het congres met een 'cri

de coeur' toen hij zei zich moeilijk voor te kunnen stellen, dat iets,

door eerlijk en nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek verkregen,

niet waar zou zijn.

De exegeet van het Oude Testament G.Ch. Aalders had in 1932

het probleem van de ouderdom der aarde uitvoerig behandeld in

zijn boek: De Goddelijke Openbaring in de eerste drie hoofdstukken

van Genesis. Aalders onderscheidde tussen de hypothesen en feiten

der natuurwetenschappen. Alleen de door hem erkende feiten

betrok hij bij zijn exegese van de bijbeltekst. Hij onderscheidde

tussen de schepping van de stof of de materie en de schepping

gedurende de scheppingsdagen als veranderingen in de door God

geschapen wereld-stof. Die scheppingsdagen waren volgens hem

'licht-continua' van onbepaalde tijdsduur. Verder oordeelde hij dat

het sterrenstelsel en zonnestelsel evenals de planten, dieren en

mensen in volwassen toestand waren geschapen. Hij schreef

bijvoorbeeld: 'Van de vogels lezen wij, dat ze terstond na de

schepping "vhegen"; in Gods scheppingswoord heet het "het

gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels" (Gen.

1:20). Wij weten dat jonge vogels in den regel nog niet vhegen

kunnen; zoodat we hieruit mogen besluiten dat althans de vogels

volwassen geschapen werden.'

De feiten dwongen hem om de geslachtsregisters van Genesis 5,

10 en 11 zo te interpreteren dat de schepping van Adam en Eva,

dus van het mensengeslacht, ongeveer 15.000 jaar vóór Christus

moest hebben plaatsgehad.

365

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 371

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's