GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 83

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 83

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wm

Naast deze stemmen van Woltjer en Bavinck over het wezen der

materie, horen we in diezelfde tijd Anema en Bavinck over de

staat.

In het eerste nummer van Stemmen des Tijds had Anema al een

artikel geschreven, getiteld: Iets over Antirevolutionaire Staatsleer. Hij

stelde toen: 'de thans in Nederland als antirevolutionair te boek

staande staatsleer is een merkwaardig geheel. Ze vormt niet een

goed gestyleerde eenheid, ze is uit brokstukken van zeer

heterogenen oorsprong saamgesteld. Aan al die brokstukken ieder

op zich zelf beschouwd, kleeft zekere overdrijving door de liefde,

soms haast een hartstocht, waardoor de telkenmalige bouwmeester

uit het leven is geïnspireerd. Systematisch is ze onevenredig en

gebrekkig.' In 1916 zou Anema opnieuw bij Lohman en Kuyper een

gebrek aan 'logische systematiek' aanwijzen. Maar om Augustinus'

rechts- en staatsleer uit de bronnen te onderzoeken ontbrak hem,

naar hij schreef, de tijd 'en eerlijk gezegd ook de lust.' Van Anema

mocht men dus geen grondige uiteenzetting van de

antirevolutionaire staatsleer verwachten.

Bavinck schreef over Ethiek en Politiek in hetzelfde nummer van

Stemmen des Tijds, waarin Anema zei geen tijd en lust te hebben

om dieper op Augustinus in te gaan. Daarin wees Bavinck als het

centrale juridische vraagstuk aan: de zedelijke orde waarin het recht

geworteld is. Dat deed hij in een tijd waarin door de oorlog het

zicht op die zedelijke rechtsorde verloren dreigde te gaan.

Ik veronderstel dat de student H. Dooyeweerd, na het artikel

van zijn leermeester Anema, waar hij later naar verwees, ook dat

van Bavinck heeft gelezen. In ieder geval was zijn ontdekking van

de 'wetsidee' omstreeks 1921, een eigen antwoord op Bavincks

probleemsteUing in dat nummer van Stemmen des Tijds:

De diepe gedachte, die aan het natuurrecht ten grondslag ligt, is toch

naar het woord van Emil Lask geene andere dan de vraag naar den

absoluten zin van recht en gerechtigheid. Daardoor is het geworden tot

een wereldhistorisch principe, dat door geen critiek omver gestoten kan

worden; zijne onsterfelijke verdienste bestaat daarin, dat het geloofd en

vastgehouden heeft aan 'übergeschichtliche zeitlose Normen.'

Bij dit punt aangekomen, kunnen wij nu nog één stap verder gaan.

Indien deze zedelijke orde, waarin het recht geworteld is, niet eene

menschelijke inbeelding, een droom, een illusie zal zijn, schoon

misschien maar bedriegelijk, dan moet zij bestand hebben in de

objectieve werkelijkheid; indien ze maar niet eene subjectieve

79

. nMMMiSMMtii.. É

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's