De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 428
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
148-22; In de redactie: W.G. de Vries, Calvinisten op de tweesprong. Groningen 1974, p. 115-
122.
149-20; Direct nadat Directeuren: H. Colijn, De Jubileumgifl. Amsterdam z.j. (1927), p. 17.
l.')l-l/2; Curator mr. Th. Heemskerk: Gedenkboek van de Viering van het 50-jarig Bestaan der
Vrije Universiteit te Amsterdam op 20-22 October 1930. Kampen 1931, p. 132.
151-35; Schouten meldde: Orgaan, 27e jg., 1931, p. 80.
152-12; Hepp was een: V. Hepp, Calvinism and the Philosophy of Nature. Grand Rapids 1931,
p. 70, 71, 214, 36 en 179.
153-31/32; Hij wilde samenwerking: Orgaan, jg. 1932, p. 33, 36, 37, Sizoo, p. 35.
154-3; In de volgende vergadering: Orgaan, jg. 1932, p. 41-58, met name p. 42.
154-25; Om dit aan te tonen: H. Bavinck, Gereformeerde Dognwtiek. Kampen, 4e druk, 1928, dl.
II, p. 470.
154-37; Deze predikantenzoon: Orgaan, jg. 1932, p. 38, 89 en 90.
155-15; Het meest principieel: Orgaan, jg. 1933, p. 58.
155-35; In de vergadering, op 1 juli 1933: Orgaan, jg. 1934, p. 18.
156-24; In zijn bespreking: Orgaan, jg. 1933, p. 155.
157-10; Schouten liet in een: Orgaan, jg. 1936, p. 125.
157-38; Sizoo zei: Orgaan, jg. 1937, p. 137 en p. 139.
NOTEN van hoofdstuk 9.
159-2; In 1928 gaf: Antirevolutionaire Staatkunde, 3 m., 1928, p. 21 ev.; idem, 1930, p. 60 noot
5; H. Dooyeweerd, De Crisis in de Humanistische Staatsleer. Amsterdam 1931, p. 3, 99 noot, 125
noot en 187.
159-14; In 1932 kwam het manuscript: M.E. Verburg, Herman Dooyeweerd; leven en werk van
een Nederlands christen-wijsgeer. Baarn 1989, p. 165 en 186. Over de plaats van de mens in de
kosmos: H. Dooyeweerd, De Wijsbegeerte der Wetsidee. Band 3, Amsterdam 1936, p. V, 627 en
629.
159-35; Vanaf 1928 diende: Antirevolutionaire Staatkunde, 3 m., 1928, p. 52, 53, 113, 121 noot
86.
160-16; Vanaf 1930 wijst: H. Dooyeweerd, De Structuur der Rechtsbeginselen en de Methode der
Rechtswetenschap in het Licht der Wetsidee. In: Wetenschappelijke Bijdragen; aangeboden door
hoogleeraren der Vrije Universiteit ter gelegenheid van haar vijftig-jarig bestaan 20 October
1930. Amsterdam 1930, p. 241: "Het misverstand van hen, die aan ware 'beginselen' den eisch
stellen, dat ze van eeuwigheidswaarde zijn, boven den tijd verheven", p. 242: "Het begrip
'boventijdelijk rechtsbeginsel' is intusschen in zichzelve tegenstrijdig. 'Beginsel' beteekent 'begin'
en alle begin is in den tijd."
161-31; Over die kern: Antirevolutionaire Staatkunde, 3 m., 1928, p. 425.
162-30/31; Als voorbeeld citeer: idem, 1930, p. 11.
163-9/10; Hij zei dat wie de historie: H. Dooyeweerd, De zin der geschiedenis en de "Leiding
Gods" in de historische ontwikkeling. Z.pl. z.j., p. 13.
163-16; Vollenhoven kon dit standpunt: D.H.Th. Vollenhoven, Problemen van de tijd in onze
kring. Arasterdam 1968, p. 5.
163-27; Hij vatte de wetsorde: K. Kuypers, Theorie der Geschiedenis. Amsterdam 1931, p. 3 en
4.
164-8/9; Dooyeweerd had de beschavings-ontwikkeling: H. Dooyeweerd, De Crisis in de
Humanistische Staatsleer. Amsterdam 1931, p. 125.
422
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's