De Vrije Universiteit: Gewoon bijzonder - pagina 32

J

#

wetenschappelijk onderzoek waardevol: "Wat

astronomen of geologen, wat fysici of chemici, wat

zoölogen of bacteriologen, wat historici of

archeologen aan het licht brengen moet, mits

losgemaakt van de hypothese die zij erachter

schoven en van de conclusies die ze eruit getrokken

hebben, als feit door u gecontroleerd, na

controlering vastgesteld en in het geheel van uw

wetenschap worden opgenomen."

Wat Kuyper in wezen bevocht was een vrije

wetenschap, beoefend zonder angst voor pressie,

censuur of welke andere vorm van ingrijpen dan

ook, hetzij van de kant van de staat, hetzij van die

van de kerk; een wetenschap dus, die - slechts

gebonden aan de 'gereformeerde beginselen' als

vertrekpunt - autonoom en naar eigen inzichten

zich zou kunnen ontwikkelen. Het is deze

wetenschapsopvatting geweest die ten grondslag

heeft gelegen aan de oprichting van de Vrije

Universiteit.

het isolement De eerste zestig jaar uit het bestaan van de Vrije

(1880-1940) Universiteit hebben vooral in het teken gestaan van

een bewust gekozen isolement; een kenmerk dat -

hoe vreemd het moge klinken - aanvankelijk niet

in de bedoehng had gelegen. Wat de oprichters in

eerste instantie voor ogen stond was een

universiteit, waartoe een brede laag uit het

protestants-christelijke volksdeel zich

aangetrokken zou kunnen voelen. Daarbij zou dan

de orthodoxe geloofsopvatting, de afkeer van de

op dat moment florerende, modernistische

stromingen in kerk en wetenschap, en de verfoeilijk

30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen