Vinden en zoeken: het bijzondere van de Vrije Universiteit - pagina 103
Het bijzondere van de Vrije Universiteit
DE VELE "OPVOEDINGEN" 91
persoonlijkheid en identiteit wordt gepresenteerd door filosofen die
zichzelf binnen de hermeneutische traditie situeren.
Het lijkt niet onverstandig in dit verband de controverse tussen Paul
Ricoeur en Alasdair Macintyre ter sprake te brengen, aangezien dan, in
aansluiting daaraan, in dit opstel kan worden verduidelijkt op grond van
welk fundamenteel argument ' d e ' opvoeding volgens de eigentijdse
pedagoog Jürgen Oelkers niet bestaat, en er slechts over vele 'opvoe-
dingen' gesproken kan worden, die overwegend in het perspectief van
het zoeken naar een eigen identiteit door kind en jeugdige komen te
staan.
Dit vraagstuk betreft allang niet meer een pluralisme dat het veel-
voudige verkieselijker acht dan het enkelvoudige, en alszodanig een
keuzemoment impliceert; het is fundamenteler omdat de zijnsvraag in
het geding is.
Het essentiële probleem betreffende de relatie tussen verhaal en
menselijk leven kan misschien als volgt worden geformuleerd: dienen
begin, midden en einde van het leven van een mens tevens begin,
midden en einde van diens levensverhaal te zijn?
Macintyre beantwoordt die vraag bevestigend en dientengevolge blijft
er bij hem slechts ruimte voor één levensverhaal. Hij houdt vast aan de
betekenis en zin van de temporele orde zoals die is gegeven met de loop
van het menselijk leven zelf. Hij schrijft: "(-) het is noodzakelijk gewor-
den iets te zeggen over het samenhangend concept van de eigenheid
('zelfheid'); een concept van een 'zelf, waarvan de eenheid zetelt in de
eenheid van een verhaal dat de geboorte, via het leven, met de dood ver-
bindt, zoals het verhaal het begin, via het midden, met het einde".''
Ricoeur daarentegen geeft een ontkennend antwoord. Hij verdiscon-
teert in zijn theorie over narrativiteit de subjectieve beleving van de tijd—
hèt grote thema van zijn wijsgerig hoofdwerk Temps et Redt—door grote
waarde te hechten aan fictie, die hij heeft leren kennen uit de ontmoe-
ting met de grote literaire, narratieve teksten uit onze Westerse cultuur.
Het werkelijk verstaan van de zin van het eigen leven zou naar zijn
oordeel dan ook wel eens een herschikking van de chronologische orde
der gebeurtenissen, feiten en omstandigheden uit iemands leven op
basis van verbeeldingskracht kunnen impliceren. Ricoeur spreekt zelfs
uit, dat deze orde welhaast kan verdwijnen.*' Het is, kortom, de literaire
benadering van de menselijke levensloop waarin de verbeeldingskracht
een beslissende rol speelt.
De enige identiteit die er toe doet, als het zoeken naar een persoonlijke
identiteit het uitgesproken doel vormt, is niet een sociale of een culturele
identiteit, maar een narratieve. Zij wordt door Ricoeur als broos
getypeerd: "De fragiele loot die de uitkomst is van de vereniging van
geschiedenis en fictie, is de toekenning aan een individu of aan een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
Publicaties VU-geschiedenis | 196 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
Publicaties VU-geschiedenis | 196 Pagina's