Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 120
sche richting aangepast propedeutisch programma. Over een aangepaste opzet
van het 2'^-jaars programma werd men het in een later stadium zonder veel pro-
blemen eens.
Aan VU-ziJde bestond er weliswaar waardering voor liet geologisch propedeu-
tisch programma van de UvA (met name voor het veldgedeelte), maar men
was niet bereid de zojuist geïntroduceerde gemeenschappelijke propedeuse
geologie-fysische geografie op te geven. Gegeven de noodzaak tot compromis-
sen en mede onder druk van het CvB is men uiteindelijk akkoord gegaan met
een inhoudelijke aanpassing van de gemeenschappelijke propedeuse.
Overigens is nadat de feitelijke samenvoeging was gerealiseerd het concept
van de gemeenschappelijke propedeuse binnen de VSF-nieuwe-stijl breed aan-
vaard, juist ook vanwege de positieve waardering daarvan door studenten.
De overgang en inpassing van het UvA-personeel
In zijn vergadering van 4 april 1984 opteerde de subcommissie ervoor om het UvA
personeel zoveel mogelijk reeds per 1 september 1984 in dienst van de VU te
nemen. Daarbij zou men in verband met resterende (onderwijs)taken aan de UvA
voorlopig tevens een nulaanstelling aan de UvA behouden. Belangrijk voordeel van
deze benadering was dat het UvA personeel reeds op korte termijn deel kon gaan
uitmaken van de besluitvormende organen (subfaculteitsraad, commissies) binnen
de VSF. Tegelijkertijd zou men deel kunnen blijven uitmaken van dergelijke organen
binnen de subfaculteit Geologie en Geofysica aan de UvA. Het maatwerk dat voor
individuele personeelsleden moest worden geleverd, de administratieve afhande-
ling en de aan beide universiteiten voorgeschreven besluitvormingsprocedures
vergden echter aanzienlijk meer tijd dan voorzien. Ook 1 januari 1985 bleek als
overgangsdatum niet haalbaar. Uiteindelijk werd het 1 mei 1985.
De concrete inpassing van het personeel van het Geologisch Instituut aan de VU
werd gebaseerd op een "Formatie-, Functie- en Bezettingsplan" waarvan de contou-
ren in de loop van 1984 steeds scherper werden. Begin 1985 was de situatie min
of meer helder. In totaal waren er op dat moment aan de subfaculteit UvA 41 per-
soneelsleden in vaste dienst werkzaam. Aan 25 daarvan was een welomschreven
functie binnen de VSF-nieuwe-stijl aangeboden. Van alle betrokkenen hadden er 15
een functie aan de VU geaccepteerd, terwijl er 5 (vooralsnog) opteerden voor deta-
chering. Drie personen hielden de aanbieding, op andere overwegingen dan de
doelstellingskwestie, nog in beraad, terwijl twee anderen de aangeboden functie
weigerden. Aan 15 personeelsleden was geen functie aangeboden; 9 van hen had-
den om verschillende redenen een overgang naar de VU afgewezen, terwijl aan 6
anderen op basis van het formatie- en functieplan geen (passende) functie kon
worden aangeboden. Ten aanzien van 1 medewerker werd nog overlegd over het al
dan niet aanbieden van een functie bij de VU.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's