Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 225

ster bij het lustrum van 1955 plaats in de jury van de taart- en cakebakwedstrijd voor

Amsterdamse huisvrouwen^-*', want dat was natuurlijk echt iets voor een meisje. Het zou

beter gaan met de vvsvu, meende praeses M.R. van Schelven in 1950, als de vereniging

over een clubgebouw beschikte.^'*^ Binnen een jaar was die wens vervuld. Vanaf maart

1951 was er behalve de sociëteit LANX nu ook het clubhuis MANSIO, met het gevolg 'dat

de leden veel van hun lethargische houding ten aanzien van het wel en wee der wsvu

hebben laten varen'.^«

Belemmerend op de ontplooiing van het georganiseerde studentenleven werkte stel-

lig ook de zwakke financiële positie van een toenemend aantal studenten. De Nederland-

se Studenten Raad berekende in 1952 het gemiddeld noodzakelijke bedrag voor een jaar

studie op 2425 gulden^+s, voor ouders met een middenstandsinkomen een onbetaalbare

last. Ondanks de invoering van een studenteneettafel, de mensa academica, die maaltij-

den verstrekte voor een gulden^'*^, vertoonde het percentage werkstudenten in deze ja-

ren een voortdurende stijging.^so j^jj jypg student voelde zich in het corps niet op zijn

gemak, en ging andere vormen van gezellig verkeer zoeken. Directeuren ontvingen in

oktober 1946 mededeling van de oprichting van een nieuwe organisatie, 'welke er naar

zal streven om te komen tot een positieve inhoud van het studentenleven aan de Vrije

Universiteit'. Zij namen daarvan kennis met belangstelling.*'" Het moet wel gaan om de

NOSVU, de Nieuwe Organisatie van Studenten aan de Vrije Universiteit*'^, die echter

niet werkelijk tot leven is gekomen. Na 1946 laat ze althans niets meer van zich horen.

Een blijvend gevolg van onvrede over het corps 'met zijn groentijd, zijn sociëteit, zijn

onchristelijke levensstijl', was het vrije dispuut Pascal, in 1946 opgericht door een aantal

bètastudenten.*53 Samen met de disputen Alpha en Rostra vormde het in 1954 een

samenwerkingsverband, waarbij zich later ook andere clubs aansloten. In 1962 zou deze

federatie worden omgezet in de vereniging Liber.*''* Zo werd de oude pretentie van het

corps de organisatie van alle studenten te zijn, steeds meer ondergraven.

1940-1955

Het jaar 1940 of 1945 markeert geen breuk in de geschiedenis van de Vrije Universiteit.

Tijdens de oorlog heeft zij zichzelf waargemaakt als christelijke instelling die geen con-

cessies wilde doen aan het nationaal-socialisme. Na de bevrijding kon zij dan ook eenvou-

dig de draad weer opnemen: wetenschap beoefenen zoals zij gewoon was, onderwijs aan-

bieden in de bestaande en dankzij de uitbreiding tevens in een groot aantal nieuwe

vakken. Zelf wekt zij ook de indruk in continuïteit te geloven. De bundel Eenheid in veel-

heid, van 1954, is wel voornamelijk door jongere hoogleraren gevuld, maar ze spraken

niet wezenlijk anders dan de oudere. De na 1945 benoemde hoogleraren waren bijna zon-

der uitzondering lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland. De oude vervloch-

tenheid met de Anti-Revolutionaire Partij bleef bestaan.

CHRISTELIJKE W E T E N S C H A P 1926-1955

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen