Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 231
De Vrije Universiteit 1880-2005
braintrust uit ons volksdeel', zoals partijvoorzitter W.P. Berghuis het uitdrukte. De
Gaay Fortman beleefde het 'als een regenbui op een dorstig land'.'* Weldra zouden ze
hun vleugels breder uitslaan. In 1967 spraken elf jongere partijleden hun spijt uit, dat de
jongste kabinetsformatie een regering had opgeleverd zonder de Partij van de Arbeid.'5
Tot de ondertekenaars behoorden P.J. Boukema, G.A. de Bruyne, J.P. Feddema, B. de
Gaay Fortman, D.Th. Kuiper en A. van Noord, die allen verbonden waren aan de Vrije
Universiteit. Korte tijd later kwam uit deze groep het zogenaamde 'Américain-beraad'
voort - genoemd naar een Amsterdams hotel — een overleg tussen de radicalen in de drie
grote christelijke partijen.'^
Oud-vakbondsman Bouke Roolvink had niet zoveel op met deze jonge wetenschap-
pers, 'die nog nooit een fabriek van binnen hadden gezien', al die welbespraakte '-gogen
en -logen', die op vergaderingen het hoogste woord voerden."' De andere partijleiders
bleven echter welwillend in hun reacties. Onder de kritiek van rechts, van de conserva-
tieven en verontrusten, waren zij altijd tamelijk onverschillig gebleven. Dat waren niet
meer dan achterhoedegevechten, meende Berghuis.'** De radicalen genoten een betere
pers, al begonnen zij zich wel meer en meer in de marges van het antirevolutionaire den-
ken te bewegen. Een viertal auteurs, onder wie P.J.A. Idenburg en D.Th. Kuiper,
schreef in 1967 m Antt-Revolutionaire Staatkunde, dat 'in de mondige wereld van van-
daag' de tijd van het verlossende, gezaghebbende woord voorbij was, en daarmee ook de
tijd van christelijke partijformatie op de oude voet. Een vernieuwde evangelische partij
zou interconfessioneel moeten zijn, gegrond op het liefdegebod, maar dan wel actief,
maatschappijkritisch, bereid op te komen voor de zwakken en onderdrukten.'^ In een
discussiestuk van Boukema, Feddema, Kuiper, H. van Ruller en anderen werd een kort
program van actie opgesteld:^" verdubbeling van de ontwikkelingshulp, actieve ont-
spanningspolitiek in de oost-westverhouding, de Amerikanen weg uit Vietnam, geboor-
tebeperking, democratisering, milieumaatregelen, liever samenwerken met de PvdA
dan met de VVD.
Standpunten kortom, die als zodanig niet vroegen om specifiek christelijke partijvor-
ming. In een bijeenkomst georganiseerd door de Studentenraad aan de Vrije Univer-
siteit werd dan ook de vraag opgeworpen, of er wel politieke problemen waren waar con-
fessionele partijen een eigen oplossing voor aanboden. En was de tegenstelling tussen
links en rechts in die partijen niet eenvoudig terug te voeren op de belangenbehartiging
van respectievelijk de werknemers en de werkgevers.'^' Voor sommige radicalen was in
elk geval de vereenzelviging met links geen probleem, getuige Van Zuthem, die in 1965
pleitte voor afschaffing van de eigendom.^^ Met de naam antirevolutionair voelden ze
zich wat verlegen, toen het woord revolutionair in de jaren zestig niet alleen bij jongeren
een positieve klank begon te krijgen. Was revolutie niet juist het middel om het Konink-
rijk Gods op aarde te verwerkelijken.''^^ Fractievoorzitter B.W. Biesheuvel, zeker niet de
belichaming van de progressie, verklaarde in 1967 dat de naam van de partij jongeren
nog maar weinig zei. 'Bovendien was de ARP, wanneer gesproken werd over de eigen ra-
DIENENDE WETENSCHAP 19551968 227
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's