Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 71
De Vrije Universiteit 1880-2005
tegenover één classicus en één jurist. Dat had iets te maken met de beschikbaarheid van
goede kandidaten, en zeer veel met de verhoudingen binnen de gereformeerde kerken.
Die kerken beschikten over twee opleidingen, die als concurrenten tegenover elkaar
stonden. Kampen had vijf hoogleraren, Amsterdam na De Hartogs overlijden slechts
drie. Zo gezien was het niet onlogisch dat in 1900 H.H. Kuyper aan de theologische fa-
culteit werd toegevoegd. Bevreemding wekte de keus wel. Woltjer was verrast, Fabius
verbaasd, en Rutgers woonde de inauguratie van zijn jonge collega niet bij.3^ Wie zou
deze benoeming dan eigenlijk gewild hebben?
Professorenzonen zijn aan de Vrije Universiteit wel vaker tot hoogleraar benoemd.
Maar geen van hen is door de onvermijdelijke vergelijking met zijn vader zo sterk beïn-
vloed als Herman Huber Kuyper. Enerzijds beschouwde hij zichzelf als de hoeder van
Abraham Kuypers levenswerk. Diens erfenis moest in de kerken ongerept bewaard blij-
ven.3^' Wat latere theologen te zeggen hadden interesseerde hem ternauwernood. 'Ik be-
twijfel,' zei F.W. Grosheide, 'of hij ooit een boek van Barth gelezen heeft.'3^^
Anderzijds was zijn zelfbewustzijn genoeg ontwikkeld om veel te hechten 'aan
waardering en erkenning van zijn gaven'.3*3 Die twee hjnen vielen samen in het streven
leiding te geven aan de gereformeerde kerken, bijgestaan door een nationaal netwerk van
correspondenten.3*4 Als hoofdredacteur van De Heraut heeft hij ongetwijfeld grote in-
vloed uitgeoefend op het kerkelijke leven. Voor de universiteit lijkt hij minder te hebben
betekend. Ten eerste was hij in de wetenschap niet zeer productief, ten tweede miste hij
de gave studenten aan zich te binden. 'We voelden een innerlijke weerstand tegen deze
hooghartige figuur,' herinnerde zich later J. Verkuyl3''5^ of eleganter uitgedrukt in de
woorden van J. Waterink: 'Hij had behoefte aan een deftige levenstoon, en bleef daar-
door geisoleerd.'3** Een etentje bij H.H. Kuyper ondergingen de genodigde studenten
als een streng examenonderzoek aan de hogeschool der wellevendheid. 3*7
De twee volgende benoemingen vonden plaats in 1902. In de geschiedenis van de ge-
reformeerde kerken is dat een belangrijk jaartal. De synode van Arnhem besloot toen bij
meerderheid van stemmen de beide bestaande opleidingen te verenigen. De minderheid
weigerde echter zich te conformeren, en de pas sinds tien jaar verenigde kerken dreigden
in twee stukken uiteen te vallen. De synode verkoos toen het genomen besluit niet ten
uitvoer te leggen. Voor Bavinck was het een diepe teleurstelling. Hij legde de schuld bij
de halsstarrige minderheid, en was nu innerlijk klaar voor een overstap naar Amsterdam.
De theologische faculteit adviseerde toen tot benoeming van de Kamper hoogleraren
H. Bavinck en P. Biesterveld, en kreeg de senaat mee.3*^ Directeuren kenden meer aar-
zelingen. Seefat vreesde dat veel kerkleden zich door deze benoemingen gegriefd zouden
achten3''9, en kreeg gelijk. De vrienden van Kampen zagen er een aanslag in op de school,
die na het verlies van haar beste krachten geen toekomst meer leek te hebben. Bavinck
ontving stapels brieven van ontgoochelde kerkleden en predikanten, die zware termen
als verraad niet schuwden.3v Bij de voormalige afgescheidenen had Bavincks reputatie
ernstig geleden. 'Men betitelde hem in confidentieele gesprekken als een draaibord.'
ALLEEN OP WEG 1880 1905 67
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's