Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 208

Het faculteitsbestuur is in de aanloop naar de invoering van de MUB tot

de conclusie gekomen dat de nieuwe Afdelingen in essentie zouden

moeten samenvallen met het niveau van de enkelvoudige (gewone) leer-

stoel. Het systeem van complexe vakgroepen, zo wordt geconstateerd,

heeft in het verleden contraproductief gewerkt en geleid tot extra

bureaucratie en bestuurlijk disfunctioneren. In feite is deze nieuwe con-

ceptie reeds opgenomen in het nieuwe hoogleraren-UHD plan. In het

najaar van 1998 stelt het faculteitsbestuur (voorlopig, de definitieve

instelling vindt plaats bij faculteitsreglement waarvoor de instemming

van de medezeggenschapsorganen vereist is) een tiental afdelingen in:

Ceo-Mllieuwetenschappen

Hydrologie en Hydrogeologie

Isotopengeochemie

Geomorfologie en Kwartairgeologie"'

Meteorologie

Paleo-ecologie en Paleoklimatologie

Paleontologie

Petrologie

Sedimentologie

Tektoniek

De afdelingen Geo-Miheuwetenschappen en Paleo-ecologie-Paleoklimato-

logie, die aansluiten bij de structuur van het hoogleraren-UHD plan, zijn

voorlopig "leeg", terwijl de afdelingen Meteorologie en Paleontologie

bedoeld zijn als tijdelijke voorzieningen voor het accommoderen van de

status quo. Per 1 januari 2000 worden de beide laatste afdelingen opge-

heven. Het wetenschappelijk personeel van deze en andere afdelingen

wordt, na een proces van consultatie van individuele medewerkers en

afdelingshoofden, herverdeeld over de resterende acht afdelingen".

De clusteringsdiscussie hervat

Het College van Bestuur heeft in de aanloop naar de MUB getoond een scherp oog

te hebben voor de ontwikkelingen. Na een rapport over de toekomst van de centrale

diensten verschijnt medio 1994 een rapport van Rijnconsult met betrekking tot de

ijking van het besturingsconcept van de universiteit. Het gaat op dat moment over

de gehele linie goed met de instelling. Toch stelt het CvB vast dat in het licht van

toenemende nadruk op de kwaliteit van de onderwijs- en onderzoeksprestatie con-

tinuïteit van universiteit en faculteiten niet meer vanzelfsprekend is (die laatste

conclusie hadden overigens de aardwetenschappen al in de late jaren '60 getrok-

ken en zij waren daarin bevestigd tijdens de TVC-operatie). De weerbaarheid van

de organisatie zal in toenemende mate afhankelijk zijn van de effectiviteit en kwa-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen