Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 27
en Utrecht, vervolgens ook de Universiteit van Amsterdam, en vooral de VU
(beducht voor het uit handen geven van eigen bevoegdheden) zijn tegen". Gevolg
IS dat de Commissie van Tien in januari 1971 door het vertrek van de Leidse ver-
tegenwoordigers gereduceerd wordt tot een Commissie van Acht. Deze laatste
commissie zet, in nauw overleg met curatoren van de betrokken instellingen, door
en uiteindelijk gaat de minister m april 1971 akkoord met de gedachte dat curato-
ren elkaar moeten vinden op basis van een vrijwillige overeenkomst volgens het
model van taakverdeling en hergroepering, kortom een interuniversitair beleids-
orgaan. Curatoren van de VU hebben de minister in maart 1971 bovendien doen
weten dat men geen afstand zal doen van de eigen bevoegdheden ten aanzien van
het benoemingsbeleid, dat men de vrijheid wenst te behouden m het studiepakket
onderdelen op te nemen waarin het eigen karakter meer expliciet naar voren komt
en dat men weliswaar bereid is tot "bijzondere samenwerking" met de Universiteit
van Amsterdam, maar met in de vorm van een gehele of gedeeltelijke samensmel-
ting doch slechts door een wederzijdse complementering. Op 28 juh 1971 kunnen
curatoren van de vier betrokken instellingen de minister uiteindelijk een concept-
overeenkomst voorleggen. Na enige correcties stelt de minister (inmiddels De
Brauw van Wetenschapsbeleid) de definitieve tekst van de interuniversitaire samen-
werkingsovereenkomst, die voor tien jaar zou gelden, vast op 4 november 1971.
Conform de voorstellen van de Commissie van Tien werd vastgelegd dat er twee
volwaardige geologische concentraties zouden ontstaan, een grotere in Utrecht en
een kleinere in Amsterdam. De instituten m Leiden en Groningen zouden in kleine
omvang blijven bestaan en zeer beperkte taken behouden De VU kreeg als te
behartigen aandachtsgebieden ("hoofdgroeperingen") op het terrein van (docto-
raaDonderwijs en onderzoek toegewezen de ertskunde, de paleontologie, de
hydrogeologie en de Kwartairgeologie, de Universiteit van Amsterdam de stratigra-
fie, de petrologie en de structurele geologie Binnen de Amsterdamse concentratie
diende er sprake te zijn van onderlinge samenwerking en wederzijdse complemen-
tering (m concreto op de terreinen van enerzijds de stratigrafie-paleontologie en
anderzijds de petrologie-ertskunde). Voorts bevatte de overeenkomst onder meer
bepalingen met betrekking tot de (uiteindelijke) personele omvang, WP, van de
verschillende subfaculteiten (Utrecht 90, UvA 25, VU 20, Leiden 10, Groningen 5).
Ten behoeve van de effectuering van de overeenkomst werd het "Interuniversitair
Beleidsorgaan voor de Herstructurering der Aardwetenschappen" ingesteld,
bestaande uit een Bestuur en een Wetenschappelijke Raad.
Enkele conclusies
Bijna zes jaar na het verschijnen van de brief van minister Diepenhorst is er,
althans in theorie, overeenstemming bereikt over de herstructurering van de aard-
wetenschappen (lees geologie). Gezien vanuit de Vrije Universiteit is er een, onge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's