Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 28
De Vrije Universiteit 1880-2005
ethisch-irenischen die aan de kant bleven staan. Ook de medewerking van orthodoxe
predikanten bleef achter bij de inschattingen. Iets breder was de samenstelling van de
ondersteunende groep echter wel in vergelijking met de toestand die na de doleantie van
1886 zou ontstaan. Zo werd ds. J.W. Felix de eerste president-curator, en Hoedemaker
hoogleraar. Beiden zouden later de relatie met de Vrije Universiteit verbreken.
De rechtzinnigheid van predikanten als Felix en Hoedemaker was boven alle twijfel
verheven, en in zoverre hoeft hun medewerking niemand te bevreemden. Eigenlijk is er
in die eerste kring maar één, wiens naam verwondering kan wekken: die van jhr. mr.
A.F. de Savornin Lohman. Dat vond hij zelf ook. 'De oprichting van eene vrije univer-
siteit heeft vanzelven mijne sympathie,' schreef hij Rutgers^*, 'doch ik weet niet of ik tot
hen behoor, welke die zaak thans op touw zetten.' Hij had vernomen dat Gunning en
diens geestverwanten uitgesloten werden. Lohman achtte zich tot een oordeel onbe-
kwaam, maar had wel van Gunning aangrijpende preken gehoord. Moest hij kiezen tus-
sen mannen die zich allemaal gereformeerd noemden.' Was Lohman theoloog geweest,
dan zou men hem de begeerde rust wel gelaten hebben. Maar als jurist vertegenwoordig-
de hij een schaarsere deskundigheid, en bovendien was hij een erkend voorman van de
antirevolutionaire richting, in de politiek Kuypers voornaamste medestander. Daarom
is Lohman onder druk gezet om curator te worden, en hij liet zich overreden. Innerlijk
veranderde hij niet. In een van de eerste vergaderingen stelde hij voor de Groninger
hoogleraar B.J. Gratama in het curatorium op te nemen.^^ Toen men hem antwoordde
dat Gratama als ethisch bekendstond, zei Lohman niet te weten van een andere maatstaf
dan artikel twee van de statuten. Was Gratama niet aanvaardbaar, dan kon hij ook maar
beter bedanken, omdat het dan vroeg of laat toch tot een botsing komen zou.3 Men wil-
de hem niet loslaten, en in 1883 werd hij benoemd tot hoogleraar, maar de geschiedenis
zou hem gelijk geven.
Een groot deel van de elite bleef eveneens terzijde staan^', waardoor de Vrije Univer-
siteit van meet af de naam kreeg haar bestaan te danken aan het spaargeld van de schame-
le gemeente. Zonder hulp van de rijken had echter het hele plan niet kunnen slagen. De
wet verlangde dat er ten behoeve van de stichting een kapitaal van honderdduizend gul-
den beschikbaar moest zijn. Aan die verplichting is slechts voldaan door de medewer-
king van 'een betrekkelijk klein aantal met aardsche goederen gezegenden', zoals een la-
ter propagandageschrift het uitdrukte.3^ De namen van deze veertig werden vanaf het
begin jaarlijks opgenomen in het jaarverslag.33 Groens weduwe staat erbij, en jhr. Elout
van Soeterwoude. Maar er is een duidelijk verschil met Groens traditionele omgeving,
want adellijke namen zijn schaars op de lijst. We zien verder alleen nog A. baron van De-
dem en A.J. Thomassen a Thuessink van der Hoop van Slochteren, alsmede de jonkhe-
ren A.F. en M.A. de Savornin Lohman. Drie medestichters gaven er de voorkeur aan
hun namen te verzwijgen, hetzij uit bescheidenheid, hetzij uit vrees voor verdere aan-
loop.
24 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 28](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's