Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 399
De Vrije Universiteit 1880-2005
Zij wilde in 1998 een advertentie plaatsen voor twee vacatures. In de tekst sprak zij een
nadrukkelijke voorkeur uit voor mannen, omdat er bij haar al zeer veel vrouwen werk-
zaam waren. Ze kreeg geen toestemming. Zo'n voorwaarde mocht alleen gesteld worden
ten gunste van achterstandsgroepen.^'? Een uitzondering ten gerieve van mannelijke
sollicitanten viel buiten de norm.
Hoe het dan wel moest gaf NWO aan. Onder de naam Aspasia-programma opende zij
een competitie voor vrouwen in de rang van universitair docent. Deze vrouwen werden
uitgenodigd een onderzoeksvoorstel in te dienen. Kreeg het een gunstige beoordeling,
dan was de beloning een aanstelling als hoofddocente. In 2000 werden aldus dertig vrou-
wen benoemd, van wie één aan de Vrije Universiteit. In 2002 waren er veertig gehono-
reerden, onder wie vier vu-docentes.3^ NWO kon een dergelijke regeling niet treffen voor
hoogleraarsbenoemingen. Vielen daar leemten aan te vullen, dan moesten de univer-
siteiten het zelf doen. De juridische faculteit voerde het meest originele plan uit. Het be-
noemde zeven vrouwen tegelijk, allemaal voor één dag in de week, voor een periode van
vijf jaar.3^' Een volkomen succes zal het natuurlijk pas zijn, als allezeven op den duur
zullen doorschuiven naar een gewone hoogleraarspost.
KWALITEIT
We zagen al dat het onderwijs door steeds minder docenten gegeven moest worden aan
steeds meer studenten. Het heeft de Vrije Universiteit niet belet zich een reputatie op te
bouwen als een van de beste onderwijsuniversiteiten van Nederland. De problemen van
het onderzoek waren van dezelfde aard: een grotere werkdruk voor een slinkende staf.
Daarmee houden de overeenkomsten op. Onderwijs heeft het gezocht in taakverzwaring
voor iedereen. Intensieve begeleiding en verkleining van de groepen vroegen grotere
inzet van het hele personeel. Mij zijn geen gevallen bekend dat een docent van het
onderwijs werd uitgesloten bij gebrek aan gaven. Met het onderzoek ging het haast pre-
cies andersom. Daar was juist schaalvergroting het parool, en toch mocht niet iedereen
meedoen.
Oorspronkelijk was dat anders geweest. Toen de voorwaardelijke financiering werd
ingevoerd, kregen nagenoeg alle leden van de wetenschappelijke staf hun plaats in een
van de programma's, en gold het beginsel van de gelijke monniken en de gelijke kappen.
Ieder kreeg dus evenveel onderzoekstijd toegewezen, bijvoorbeeld 0,3 van de totale
werktijd. Zonder risico was die egalitaire opzet niet. Programma's werden na vijfjaar be-
oordeeld op hun resultaten. Hadden ze dan te weinig opgebracht in de vorm van publi-
caties, dan werden ze onverbiddelijk afgekeurd. De betrokken faculteit moest dan dit
quantum onderzoekstijd inleveren. Om dat gevaar naar beste vermogen te bezweren
ging men al vrij spoedig over tot een selectiever beleid. De programmaleiders beloonden
de productieven met meer onderzoeksuren, ten koste van degenen die weinig of niet bij-
droegen tot de publicatiescore. De faculteiten, en ook het universiteitsbestuur, gingen
PRIVATISERING VAN GELOOF 1980-2005 395
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's