Omstreden normalisering - pagina 228

wisselen' - een strategie waarvan de vruchtbaarheid door bijvoorbeeld

Kuhn voldoende is aangewezen. Maar ze maken wel een contrapunt:

'Wij stellen er niettemin tegenover dat een uiteenvallen van de socio-

logie volledig onaanvaardbaar is.' Jacques van Doorn heeft zich in de

daarop volgende jaren ontwikkeld naar een positie die hij eind jaren

vijftig, begin jaren zestig ernstig bekritiseerde, zo blijkt uit een fraai in

memoriam dat socioloog Dick Pels in 2008 aan hem wijdt. Van Doorn

bevestigt dat Lammers en hij in de jaren vijftig wilden afrekenen met

het speculatieve gebabbel van de oudere generatie: 'het was te Duits al-

lemaal'. Hij bekent dat hij zelf heel dicht is komen te staan bij de eerder

door hem verguisde Duits-Europese Counter-Enlightenment sociolo-

gie. Hij gelooft al lang niet meer in de wetenschappelijke en cumula-

tieve pretenties van de moderne sociologie.'''

4.4 Initiatieven van studenten krijgen een bestendige plek

in programma's en projecten

De crisis in vooral de sociale wetenschappen houdt dus niet alleen de

studentenbeweging bezig. Wereldwijd worden aan de universiteiten

heftige discussies gevoerd over Erkenntnis en Interesse, over theorie en

praxis, over partijdigheid en waardevrijheid, over emancipatorische

wetenschap. VU-wetenschappers spelen geen prominente rol in deze

debatten - een enkeling uitgezonderd. Opmerkelijk, omdat deze the-

ma's kansen bieden aan een universiteit met een bijzondere grondslag.

Toch is ook aan de VU de crisis in de (sociale) wetenschappen goed

voelbaar. Vele wetenschappers hebben, zoals we in hoofdstuk II za-

gen, geen affiniteit met wetenschapsbeoefening op calvinistische

grondslag en zoeken ieder voor zich naar een positie tussen waarden

(geloof) en (empirische) wetenschap. Sommige zoeken verbinding

met de grote vragen waarover het debat over de crisis in de sociale

wetenschappen gaat (Brasz, Bianchi, Van Zuthem, Baars, Van Stege-

ren).^'^^ Andere zijn gecharmeerd van een meer empirische benadering

van het onderzoek met nadruk op harde methoden en technieken van

wetenschappelijk onderzoek. Zo komen aansprekende onderzoekini-

tiatieven binnen de subfaculteit Psychologie tot stand. Daarvoor staan

hoogleraren als Drenth, Fokkema en Boekestein met hun empirisch

methodologische aanpak garant. Wim Noomen, als stafmedewerker

Communicatiewetenschap bezig met een empirisch getint promotie-

onderzoek, kan hun drijfveren goed begrijpen. Wel vindt hij het jam-

226

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen