GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 195

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 195

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

// Wijsgerige vorming 191

Vorming, dat vanwege de goedkeuring door het college van curatoren voor alle fa-

culteiten gold. Omdat beide faculteitsbesturen er niet uitkwamen, legden zij het

probleem voor aan de curatoren, die beslisten ten gunste van het voorstel van de Fa-

culteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen."

De"gang van zaken bij wis- en natuurkunde zou zich in de jaren zeventig en tach- j

tig op een vergelijkbare wijze ook voordoen in enkele andere faculteiten. Maar in |

het begin van de jaren zeventig bestond de wijsgerige vorming in de meeste facul- 1

teiten nog uit drie jaaruren: encyclopedie, systematische filosofie en geschiedenis »

van de filosofie. Verscheidene faculteiten hadden bovendien in het doctoraalpro-

gramma het onderdeel vakfilosofie opgenomen, dat meestal deel uitmaakte van een

keuzepakket. In enkele (sub)faculteiten werd het vak encyclopedie gegeven door

docenten van de eigen (sub)faculteit. Waar reductie had plaatsgevonden, was deze

ten koste gegaan van de systematische filosofie (die bestond uit hoofdlijnen van de

calvinistische wijsbegeerte) en de geschiedenis van de filosofie. Van Riessen en Zui-

dema (en na hem Troost) hadden de calvinistische filosofie met zo veel stelligheid

gedoceerd, dat veel studenten de indruk hadden dat zij die filosofie moesten leren

zonder te leren filosoferen. Zij hadden niet de indruk dat zij werden geconfronteerd

met filosofische problemen die voortkwamen uit hun vakstudie of die daar enige re-

levantie voor hadden.

Van der Hoeven had in zijn nota ter voorbereiding van het Rapport Wijsgerige

Vorming (1970) verdedigd dat het onderwijs in de wijsgerige vorming zo mogelijk

in direct verband moest worden gebracht met de vakstudie van de studenten. Hij

had er dan ook voor gepleit om in het eerste jaar aandacht te besteden aan vakfilo-

sofische onderwerpen, die in het tweede jaar een systematisch-filosofische uitwer-

king en in het derde jaar een algemeen-filosofische doordenking konden krijgen."

Van Peursens nota ter voorbereiding van het genoemde Rapport Wijsgerige Vor-

ming had enige overeenkomst met die van Van der Hoeven, maar bevatte expliciet

een kritiek op de wijsgerige vorming zoals die werd gegeven: 'De wijsgerige vor-

ming der studenten aan de vu dient niet in de eerste plaats gericht te zijn op het

bijbrengen van ... een bepaald denksysteem. Wel dient de wijsgerige vorming te

bevorderen de integratie van de afzonderlijke studievakken en van de vakweten- /

schap als zodanig binnen een meer algemene bezinning op wetenschap in het al- S

gemeen, mens-beeld en zedelijk-sociale verantwoordelijkheid. Voorts gaat het bij £_

dit alles om een dieper reikende integratie, t.w. die van vakwetenschappelijke stu-

die en verantwoordelijkheid binnen de perspectieven van het christelijk geloof'. En

even verder: 'Tevens kan het ongewenst geacht worden, dat de wijsgerige vorming

per se vanuit één wijsgerige school, m.n. die der wijsbegeerte der wetsidee, gegeven

wordt'.'"^ Hoewel Van Peursen zich gesteund wist door de hoogleraren Meuleman

en Mulder, nam hij binnen de Centrale Interfaculteit een uitzonderingspositie in;

zijn woorden waren destijds nog aan dovemansoren gesproken.

54 Brieven van Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen aan curatoren (9 november 1970), van cu-

ratoren aan genoemde faculteit en de CIF (23 december 1970) en van de CIF aan curatoren (19 januari 1971), in

archief CIF, doos 17.

55 Van der Hoeven, 'Nota inzake de wijsgerige vorming aan de Vrije Universiteit' (november 1968), in archief

CIF, doos 70.

56 Van Peursen, 'Nota: discussiebijdrage inzake "wijsgerige vorming studenten"' (november 1968), in archief

CIF, doos 70.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 195

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's