Een handvol filosofen - pagina 345

6 Reorganisatie 341

hoogwaardig onderzoek, 3) zorg voor de kwaliteitsbewaking van de wijsgerige vor-

ming in andere faculteiten en 4) profilering van de faculteit, zowel binnen de uni-

versiteit als daarbuiten.

Omdat geen financiële middelen beschikbaar waren om de vacatures van Van der

Hoeven, Klapwijk en Wolterstorff te vervullen, stelde de commissie een korteter-

mijnoplossing voor (tot 1995) die uitging 'van een zo optimaal mogelijke inzet van

de op dat moment beschikbare hoogleraren en waarin gepoogd werd de taken en

prioriteiten zo goed mogelijk te behartigen'.''* Hoewel de commissie van oordeel

was dat een reductie van de hooglerarenformatie van zeven naar zes fte onvermij-

delijk was, achtte zij de benoeming van één voltijdse hoogleraar noodzakelijk en

wel een hooggekwahficeerd filosoof op het terrein van de systematische filosofie, in

het bijzonder metafysica, ontologie en kenleer (dan wel metafysica en hedendaagse

wijsbegeerte). Wat de moderne filosofie betreft wilde de commissie een beroep doen

op twee 'beschikbare hoogleraren'. De Jong en Griffioen. Voor kennis- en weten-

schapsleer was op de korte termijn geen leerstoel beschikbaar, maar de commissie

zag in dr. J.A. Radder een geschikte kandidaat voor deze leeropdracht.

De sector van de antieke, patristische en middeleeuwse filosofie beschikte over

twee hoogleraren, die volgens de commissie voorlopig gehandhaafd moesten blijven.

De faculteit had het onderzoek op dat terrein aangemerkt als een zwaartepunt. Op

termijn zou deze sector echter met één hoogleraar moeten volstaan. Omdat het vak

wijsbegeerte van de natuurwetenschappen weinig studenten trok, stelde de commis-

sie voor om dit vakgebied te integreren in kennis- en wetenschapsleer. Het vak wijs-

begeerte van de natuurwetenschappen zou uit het onderwijsprogramma verdwijnen.

Logica was in de faculteit nooit op specialistische wijze beoefend. Het vak had

niet meer dan een ondersteunende functie in het onderwijsprogramma. In het ver-

lengde van zijn leeropdracht 'geschiedenis van de logica en van de logische seman-

tiek' leverde De Jong als leerstoelhouder ook een bijdrage aan het onderwijs en

onderzoek in de geschiedenis van de moderne filosofie. Vervolgens werden alle sec-

toren van de faculteit en alle taken van stafleden doorgelicht en kwam de commissie

hier en daar overtollige formatie op het spoor.

De commissie Toekomst had dermate veel werk verzet dat de reorganisatiecom-

missie, onder voorzitterschap van prof. Griffioen, in haar rapport (december 1990)

grote gedeelten uit het rapport van de commissie Toekomst overnam of samenvatte.

De reorganisatiecommissie kwam echter met nauwkeuriger berekeningen van de ta-

ken van de stafleden en duidelijker beleidsvoorstellen. Behalve haar advies om func-

tieveranderingen voor verscheidene stafleden door te voeren, was de commissie van

oodeel dat zeven stafleden voor een deeltijdontslag in aanmerking kwamen - op de

totale formatie van de wetenschappelijke staf van 19.3 fte een reductie van 2,3 fte.^»

Voordat de reorganisatiecommissie haar rapport bekend maakte, had zij met elke

medewerker die met ontslag werd bedreigd een persoonlijk gesprek gevoerd over

de concepttekst van haar rapport. De commissie hechtte aan zorgvuldigheid en in-

tegriteit jegens de betrokkenen, en wilde elke schijn van partijdigheid vermijden. Na

kennisneming van het rapport in december 1990 nam het faculteitsbestuur het rap-

port over om het uit te voeren.

28 'Eindrapport Commissie "Toekomst"'( p. 5), in archief FdW, doos 94

29 'Concept reorganisatieplan Faculteit der Wijsbegeerte 1990-1995' (4 december 1990), archief FdW, doos 94.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen