GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school der wijsbegeerte.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Wijsgeerige ontwaking.

Bij den eersten oogopslag reeds biedt onze tijd op wijsgeerig gebied het triestig beeld van de onontkoombare verwarring, die als een noodlot volgt op alle waarheidzoeken buiten de waarheidbrqn. En hoe meer men doordringt in het Ninivé der moderne filosofie, des te dichter wordt de doolhof van stegen en straten.

Het is, of de menschen miaar luk-raak hebben voortgebouwd: krotten naast toonumlentale paleizen, danshuizen naast kerken, een kroeg naast het vegetarische hotel.

Het lijkt een systeem van systeemloosheid, de zure grap van een krankzinnig fantast.

Maar de Geest Gods zweeft op lederen chaos, en zóó dwaas is geen stelsel, of er kiemt wijsheid uit; zóó diep is geen vervia], of vlak naast spruiten levensranken, en zelfs de wanorde staat onder de heerschappij van het geheimzinhig-onbewuste streven naar een eenheidsdOel.

Op enkele mar'kante verschijnselen' van opgroei, naast de ontaarding, hehhen we het licht laten vallen.

Men kan ook' zeggen, dat onze tijd is een-tijd Van algemeene wijsgeerige herleving, - en wel in dezen zin, dat de wijsbegeerte rdet meer is de vakstudie van een stel klasse-geleerden, ma'ai dat ze een plaats' heeft gekregen in de sfeer van belangstelling en beoefening op zooi ongeveer het geheele veld van wetenschap en, in laatste in­ stantie, ook van het volksleven.

Er was een tijd, dat men de filosofie hesch'ouwde als een heel apart en eigensoortig ding; als een soort schitterende liefhebberij, naast de wetenschap.

Dit was het gevial, toen de natuur-wetensch'a'p in lal haar iglorie van nauwkeurigheid en praJrtische vruchtbaarheid opkwam.

De stelsels van Spinoza en Hegel maakten op. de koningen der exiacte (ervarings-) wetensch!appen den indruk van geniale koordedanserij.

Wat gaven de mannen van de mlskrosk-oop. en van de logarithtoeutafel om' de bespiegelaars in hun afgesloten denk-broeikast!

Edoch, dit tijdperk is nu wel haast voorbij.

De al-veroverende wetenschap heeft uit zichzelf haar 'aangezicht weer naar de wijsbegeerte gewend, en is druk hèzig haar voor eigen doel te annexeeren, en aan het leven zelf dienstbaar te maken.

Alléén, — de idea1istische wijsbegeerte (het uitspinnen 'van 'oen stelsel uit eigen ipgewand) laat men voorloopig rusten in y.et historisch museum van filosofische merkwaardigheden, — men zoekt een wijsbegeerte op zuiver wetenschappelijken grondslag, in het bijzonder op de basis van de kritische kennisleer (onderzoek van het denkverniogen en zijn wetten) en van de natuurwetenschappelijke zielkunde.

Vooral professor Heymans is in dezen ophiouw van experimenteele psychologie (zielkunde door proefneming) een matador geweest.

Wie over deze frontverandering van de wetenschap een fijnzinnig en onderhoudend boek wil lezen, neme de „Inleiding tot de hedendaagsche wijsbegeerte" van Dr Alois Riehl (in vertaling, door Dr M. Kreunen, verschenen bij Thiem© in Zutphen), voor het grootste deel ook voor den ontwikkelden „leek" verstaanbaar.

Riehl erkent (hetgeen wij reeds vroeger opmerkten), dat in de tegenwoordige filosofie het productieve 'bij het reproductieve adhterstaat, m. a. w., dat we meer repeteeren dan produceeren.

Hij vindt dit echter niet verontrustend, noich' vernederend.

Totdat de groote wijsgeer opstaat, die een wegbereider der mensChheid zal zijn, kunnen wij alvast het gevondene exploiteeren en tot den uitersten graad verbeteren.

Riehl sluit zich daarom' aan bij het algemteene

wachtwoord van liet filosofen-gilde: Terug, tot Kant, tot den man, die den grondslag gelegd heeft voor Het wetensdhiappielijk-ttitisch denken!

Van een veroverenden opmaisoh naar de bovenzinlijfce wereld (het rijk: der z.g. metafysica) zien de ^mannen der wetenschap voorloopig af. De taak der wijsbegeerte wordt daarentegen uitgebreid naar öet leven zelf, en bestaat ook in hiet scheppen ran. hetgeen de oude Coornhert: Wéllevenskunst, en de moderne mfensch: levenshiouding, of levens-attitude, noebit.

Voorts moet de wijsbegeerte dienst doen, om de wetenschap in al |hare vertakkingen vooruit te brengen.

En ze doet dit ook' inderdaad.

„Nooit is er", zegt Riehl, „hoe wonderspreukig dit ook klinken 'moge, een tijdperk in de wetensdhap geweest méér filosofisch dan het tegenwoordige", — len hij grondt deze bewering op de otverweging, , dat de wetenschap niet m-eer, gelijk vroeger, zich! rergenoeigt met het verzaim'elen van feiten, maar dat zij zich ernstig bemoeit het reusachtig mjateriaal der ontdekkingen bijeen te voegen tot den optrek Tan een architectonisch gebouw.

Er is dus ©en wisselwerking: de wetenschap heeft aan de filosofie weer gezonde Weenen gegeven, om over de aarde te loo-pen, en de filosofie geeft aan de wetenschap weer vleugels om' uit het dal der doodssch'aduwen weer naar de zon-rijke bergen, waar men panoralmla's ziet, terug te keeren.

De roem der specialiteiten, die alles en dus niets, weten, is voorbij!

Wie lalleen maar Viakm^an is, is niet wetenschappelijk.

Plato schreef aan den ingang Van zijn gehoorzaal: Wie niet van wiskunde (dat is: exacte wetenschap) doet, mag hier niét binnentreden.

Van nu af behoort het opschrift boven onze moderne oollege-zalen te luiden: „Voor ieder, die niet aan filosofie doet, is de toegang verboden!"

Het is zeker niet noodig te bietoogen, dat de wijsbegeerte, die hier de verloren kroon öpkrijgt, een ander type vertoont, dan de z.g. romantische wijsbegeerte, waarvan wij in het vorig artikel een kort relaas hebben gegeven.

De romantische wijsbegeerte wil hooger stijgen dan de pure, naakte, wetenscihapi.

Zij wijst zelfs zekere verborgenheden van het christendom' niet af, om den wijsgeerigen dorst naar waarheid te stillen.

Bij haar is, gelijk we gezien hebben, wijsbegeerte niet enkel een zaaJc' vian het koele verstand, miaar in de eerste plaats van het warme hart.

Doch juist het feit, dat de werkhervatting op' wijsgeerig gebied uit verschillende beweegredenen en behoeften geschiedt, en dat zij zich uitbreidt naar kringen, waar men vroqger uit domheid niet kón, of uit onverschilligheid niet wilde, denken, wijst op een zeer merkwaardige geestesstrooming, die door de moderne m'enschheid vaart, en die men, op zijn allerbescheidenst, zou kunnen noemen een herleving van w ij s g e e r i g e gezindheid.

Het toeest curieuse teeken van dezen opkomenden waarheidsdorst, van deze vernieuwde „Sehnsucht nach Weltanschauutig", is wel: ons eigen Vaderland!

Men kan gerust zeggen: Wanneer in Nederland de belangstelling voor filoso-fie ontwaakt is, dan heeft de Wijsbegeerte het moderne menschdom wél ialgemeen en flink aangepakt!

Wij beleedigen ons volkje niet (omdat de waarheid nooit beleedigend is), wanneer wij zeggen, dat de Hollandsohe volksziel den wijsgeerigen aanleg, en dus ook de wijsgeerige behoefte, mist.

In zijn oratie: „Het nut der wijsbegeerte" trekt Bolland wel wat boud van leer tegen de schare, die de wet niet kent, mia, ar toch' heeft hij gelijk, als hij zegt: „Het Nederlandsche volk is onwijsgeerig".

Andere, meer bezadigde, mensdhenkenners hebhen trouwens vroeger hetzelfde geoordeeld.

Professor Liand b.v. zeide: „In Nederland is de wijsbegeerte te schaars en te weinig zelfstandig beoefend, om: tegen igem^oedelijfcen maar gevaarlijken raad bestand te zijn".

En een beetje ironisdh mterfct hij op: „Wijsbegeerte is te onvruchtbaar en te koud voor een volk, dat op eerlijke winst en op; den huiselijken haard gesteld is".

Het spreekt trouwens m'eer dan (altijd goedkoop©) spot, dat hij de geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland 'bij Spinoza eindigen moet.

Professor 'Spruyt zong ook hetzelfde liedje der mismoedigheid: „Heel wat minder dan die van de Duitschers of Engelschen, schijnt onze landaard zich te leenen tot wijsgeerige bespiegeling. Wat in géén 'der omleggende landen gebeurde; Mer is in de wet op het Hooger Onderwijs van 1876 de wijsbegeerte gieheel uit jhet Voorbereidend Hooger Onderwijs weggebannen".

Maar nu?

Er schijnt een geschiedkhndig wonder te gebeuren: De boom der wijsbegeerte heeft in onzen „kouden" grond wortels geschoten, en deze boom wordt „al langer hoe dikker".

Heymans schittert in Groningen als apostel van b«t psychisch monismie (de geestelijke ftl-eenheid der wereld).

Holland's bazuin schalde tot Ver over de grenzen.

De pers wierp een kleine lamne van filosofisohje vlugschriften én boeken af, waaronder zéér zware, als: „De kennisleer" van Polak', en „De logica" van Bolland.

Onderwijzers, domino's, kantoorheeren en tóachineschrijfjuffrouwen, bezoeken wijsgeerige cursussen en lezingen.

Het begint er zoo langzamerhand naar uit te zien, dat, wie niet „aan filosofie doet", niet voor intellektueel vol wordt gerekend.

En dat dit wijsgeerige bedrijf wel w'erkelij'k! meer is dan een vluchtig^modieuse hevlieging; — dat hier wel terdege sprake is van ©en opleven van wijsgeerige gezindheid, in verband met een algemeene cultuurontwaking, kan mten historisch bewijzen door terug te gaan naar den oorsprong: de beweging van '80.

In het, in 1904 opgeridhte, „Tijdschrift voor Wijsbegeerte" schrijft Bierens de Haan, in het inleidend artikel: „Er is een wijsgeerige beweging ontstaan in Nederland. Deze is geboren uit de literatuurbeweging van '80. Deze toch was in haar kern niet een literaire beweging, maar ©en oultuurbeweging. Zij sloot in zich wat anders moraal, godsdienst en geloof wordt genoemd„.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's