GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een huldlglng van voor 35 jaar.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een huldlglng van voor 35 jaar.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het leven van onze Koningin-Moeder, door wier verscheiden deze week het land in rouw is gebracht, is rijk geweest aan hooge momenten.

Bij tallooze gelegenheden, blijde en droeve, officiëele en geheel-onverwachte, heeft Zij de warme Uefde van het Nederlandsche volk ondervonden. Als een kleurige boog heeft zich de vereering van een dankbare natie over haar leven gewelfd.

Zij was het, die met toewijding en oprechte gevoelens van belangstelüug tot het volk gekomen is, die, meer dan 55 jaar lang, getoond heeft één te zijn met dat volk in zijn vreugden en zijn moeiten — maar dat volk heeft ook die liefde verstaan en — het woord werd dezer dagen in de krant gebruikt — met „matelooze" wederliefde beantwoord.

Daarom en daardoor zijn de hooge momenten vele geweest.

Van die alle was waarschijnlijk wel het hoogste en rijkste het oogenblik, toen ze in September 1898 de regeering mocht, overdragen aan haar Dochter, die ze met zoo uitnemende zorg en onvermoeiden ijver voor de zware taak had voorbereid. Iets van dien rijkdom straalt door in het woord, waarmede zij in de Proclamatie van 31 Augustus 1898 haar verheven ambt van regentes neerlegde: „In dagen van smart en rouw trad ik op als Regentes van het Koninkrijk, thans schaart zich hel gehecle Volk in vreugde om den troon zijner jonge Koningin".

Over de eminente wijze, waarop ze den hoogen plicht, Tlegentes te zijn voor een minderjarige vorstin, heeft vervuld, hebben in deze dagen de kranten allerwege geschreven. Reeds in het Nationaal Gedenkboek van 1923 is het in samenvatting aldus gezegd: „Hare natuurlijke vroomheid, haar sterk plichtsgevoel, hare inzichlrijke belangstelling in 's lands zaken, hare critische toegankelijkheid voor deskundige adviezen, hare oprechte gevoelens voor het land, waaraan zij zich door haar huwelijk verbonden had, hare moederlijke wijsheid tegenover de jonge Koningin hebben haar den weg gewezen. Nooit heeft men bespeurd, dat zij geaarzeld heeft te gaan, waarheen zij meende te moeten gaan". En H.M. de Koningin zelve verklaarde in haar eerste proclamatie: „Mijn innig geliefde moeder, aan wie ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben, gaf mij het voorbeeld van een edele en verheven opvatting der plichten, die nu op mij "rusten".

Het is dan ook niet te verwonderen, dat het volk in zijn breede lagen er behoefte aan gevoelde, van zijn groote dankbaarheid jegens de Koningin-Regentes getuigenis af te leggen, toen zij haar publieke taak had volbracht. Een grootsche huldiging is haar bereid op den 2en September 1898 en een huldeblijk is haar op plechtige en feestelijke wijze aangeboden.

Dat huldeblijk was vergezeld van een album, waarin de namen der zeer vele deelnemers vermeld stonden en ter introductie ging aan die lange lijst vooraf een vers van den, toen hoogbejaarden, dichter Nicolaas Beets.

Het is dat vers, dat ik bedoel met het opschrift boven dit artikel.

't Heeft de beteekenis van een historisch document, en is alszoodanig nu, nu de geliefde Landsmoeder is heengegaan, een aantrekkelijke herinnering. Maar ook zegt het klaar en duidelijk, wat de zegen js geweest, die Nederland in Koningin Emma van God heeft ontvangen. En in , dat getuigenis is het een waardevol „In Memoriam", nu ze, zoovele jaren later, is verscheiden.

Het gedicht luidt aldus:

Duld, Koninklijke Vrouw! dat Nederland U huldigt Met blijk van Uefde en dank en eerbied, diep en groot! Het is aan U 't behoud van 't Hoog geslacht verschuldigd. Dat uit te sterven dreigde en opbloeide uit uw schoot.

U zegent uit zijn graf de Koning, wien Ge een zegen Des Hemels zijt geweest op 't afgaand levenspad; U zegent van haar Troon, aan Uwe hand bestegen. De Dochter, die in U de vroedste moeder had.

U zegent van rondom uit hooge en lage woning, Een volk, dat één van zin uw rij ksstaf heeft gekust, Met eerbied voor de Weêuw van zijn beminden Koning,

Verzekerd van uw hart en op uw deugd gerust.

U zeegne van Omhoog de God, dien we U zien eeren, Met wat gelukkigst maakt en opheft boven 't stof! Hij was uw sterkte en licht bij zorgen en regeeren: Zijn vrede blijve uw deel, met aller braven lofl

Vorm en woordkeus zijn ouderwetsch. Natuurlijk. Beets was in 1898 een 84-jarige, die in zijn dichtvorm behoorde tot 'het geslacht der veertigers. Wat de vernieuwing gebracht had, was aan hem voorbijgegaan; hij wilde er trouwens ook niet van weten.

Maar de toon is warm, en de hulde, die gebracht wordt, is oprecht.

En om die warmte en die oprechtheid is het, vers, juist nu, nu we er behoefte aan hebben van zulke gevoelens te getuigen, van waarde.

De wensch, in den laatsten regel vervat, is wél op heel bijzondere wijze in vervulling gegaan!

, De vrede Gods en de lof van alle welmeenenden zijn tot aan haar laatste oogenbUkken toe het deel der Vorstin geweest!

En ons herinneren blijft een dankend gedenken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Een huldlglng van voor 35 jaar.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1934

De Reformatie | 8 Pagina's