GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zondagsrust

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondagsrust

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie met zijn blik een halve eeuw kan omvatten, en zich rekenschap geeft van de veranderingen, die op het terrein van den arbeid zich hebben voltrokken, heeft, zelfs in deze dagen van economische inzinking, reden tot verheugenis.

Hij kan zich, om ons te beperken tot het onderwerp boven dit artikel geplaatst, herinneren hoe in een groot gedeelte van ons land de industrieën maai' weinig onderscheid kenden tusschen den Zondag en de overige dagen der week.

De molen moest malen, het bedrijf doorgaan, het schip gelost worden, en arbeiders, die bezwaar hadden op den dag des Heeren hun gewone beroep uit te oefenen, lagen dikwijls een heel stuk achter bij anderen, die zulke bezwaren niet kenden.

De Zondagswet had veel goed kunnen doen, indien ze meer in het geweten der natie had geleefd en zich tot inkrimping van den Zondagsarbeid had bepaald.

, Toen de economische ontwikkeling geheel andere verhoudingen bracht, uitbreiding van de grootindustrie, bouw van spoorwegen, klopte de wet op het leven hoe langer hoe minder, en raakte ze bij het volk steeds meer in discrediet.

Toch is het die ontwikkeling van het industriëele leven geweest, die weer den sterken drang heeft doen ontstaan om te komen tot beperking van den arbeidsduur en tot herovering van den Zondag als vrijen dag.

Wij willen dankbaar erkennen, dat personen uit verschillende levenskringen en van onderscheiden geestelijke overtuiging hebben samengewerkt om te komen tot beperking van den beroepsarbeid op den Zondag.

Bij verschillenden onder hen golden uitsluitend sociale motieven; het was hen niet om den dag des Heeren, noch om de heiliging van dien dag te doen, maar de vrucht mee van hunne actie is wel geweest, dat betere denkbeelden baanbraken. dat de beroepsarbeid op den Zondag sterk werd ingeperkt, dat dus de mogelijkheid van de Zondagsheiliging voor talloos velen werd geschapen.

In de eerste arbeidswet, die van 5 Mei 1889. werd aan beschermde personen (vrouwen en kinderen beneden 16 jaar) Zondagsarbeid in het algemeen verboden.

De arbeidswet van 1911 breidde den kring der beschermde personen uit, en handhaafde het verbod van Zondagsarbeid. De arbeidswet 1919, die ook de volwassen arbeiders beschermt, stelt eveneens als regel dat op Zondag geen arbeid zal worden verricht.

Voor de groole massa arbeiders is hier de volstrekte Zondagsrust verkregen, waar afwijkingen moeten worden toegestaan, wordt tegen misbruik zooveel mogelijk gewaakt. Veel gevaar dat het op dit terrein verkregene verloren zal gaan, schijnt ons niet aanwezig.

Later dan aan de bescherming der arbeiders is men gaan denken aan die van de winkeliers. Deze bescherming laat zich trouwens moeilijk van die der bedienden scheiden. De actie van de winkelsluitings-verordeningen is zeker hoofdzakelijk door de bedienden gevoerd. Maar het element van bescherming van den winkelier, die slaaf was van zijn concurrent en slaaf van het publiek, zat toch in de actie verweven.

Toen de wetgever zich ook met de regeling van den arbeidstijd der bedienden ging bemoeien, kwam als vanzelf de noodzakelijkheid naar voren om dan ook algemeene regelen voor de winkelsluiting te stellen.

De wet van 1930 heeft ongetwijfeld veel goeds gebracht. Men moge de vraag stellen of de wet niet veel te veel regelen wil, of het niet practischer ware geweest meer over te laten aan gemeentelijke verordeningen, die uiteraard beter met allerlei plaatselijke omstandigheden kunnen rekenen, maar de inhoud van de wet is door ons Christenvolk zeker op hoogen prijs gesteld.

In het algemeen immers wordt de Zondagssluiting geboden. Enkele uitzonderingen zijn toegestaan; voor Israëlietische winkeliers is een aparte regeling getroffen, maar normaliter zijn dé •Wiókelzaken gesloten.

Dat dit in het algemeen geen bezwaren heeft, hebben onze christelijke winkeliers, die om des beginsels wille hunne zaken sloten, reeds vroeger overtuigend aangetoond. Dat wordt ten overvloede bewezen door zoovele groote zaken, die lang voor wet of verordening hun dwong, de zaken op Zondag dicht hielden. En dat ten slotte maar weinig zaken blijvend schade hebben van een algemeen sluitingsvoorschrift, staat bij ons vast.

Natuurlijk behoeft niemand er het oog voor te sluiten, dat bepaalde soort zaken, banketbakkerijen etc. en zaken in bepaalde stadswijken, wel, en zelfs waarschijnlijk blijvende, schade zullen ondervinden van dezen maatregel. Men moet met de becijferingen die wel eens worden overgelegd, evenwel buitengewoon voorzichtig zijn.

De algemeene achteruitgang, de weersgesteldheid gedurende bepaalde maanden, de gewijzigde, of zich wijzigende samenstelling van een stadswijk, het verminderde vreemdelingenbezoek etc, etc. heeft op den verkoop in bepaalde zaken dikwijls vrij belangrijker invloed dan de Zondagssluiting op zichzelf.

Maar van meet af, is tegen de vrij strenge regeling die de wet stelt, oppositie gevoerd uit de kringen der belanghebbenden, en hebben Kamerleden zich als kampioenen voor de bedreigde vrijheid opgeworpen.

Eindelijk is Minister Verschuur overstag gegaan en heeft in een ontwerp van wet de mogelijkheid geopend, meer ruimte te geven voor arbeid op Zondag, meer gelegenheid voor verkoop, met al wat daaraan vast zit.

Het Nederlandsch Werkliedenverbond „Patrimonium" heeft daarin aanleiding gevonden, zich met een adres tot de Tweede Kamer te wenden. In dit adres wordt er op gewezen „dat dit ontwerp, tot wet verheven, in vele gemeenten zal leiden tot meer Zondagsarbeid van winkeliers, filiaalhouders en bedienden;

dat de bestaansstrijd van winkeliers, die om principiëele redenen op den Zondag hun zaken gesloten houden, daardoor verzwaard dreigt te worden;

dat allerminst bewezen is, dat de verruiming der verkoopgelegenheid op den Zondag zal leiden tot een vermeerdering van den totalen omzet;

dat in elk geval het kostelijk goed van zooveel mogelijk Zondagsrust, waardoor ook het geestelijk en het moreel welzijn des volks wordt bevorderd, niet opgeofferd mag worden aan materiëele belangen, waarvan bovendien nog niet vaststaat, dat zij inderdaad aanwezig zijn."

Uit wat wij boven schreven is wel gebleken, hoezeer wij het met „Patrimonium" eens zijn. De materiëele belangen van den enkeling mogen niet de geestelijke belangen van allen schaden. !

De Zondagsarbeid is reeds belangrijk ingeperkt, maar om den Zondag moet nog geworsteld. En die strijd is moeilijk, want daarin is het aantal bondgenooten gering.

In dezen strijd moge „Patrimonium" steeds in de eerste gelederen meevechten.

G. BAAS Kzn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Zondagsrust

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's