GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Synode der Chr. Geref. Kerk in N. A.

II.

In ons eerste artikel maakten we er gewag van, dat de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland een deputaal naar bovengenoemde Synode zond. Dat de Gereformeerde Kerken in het land der Vaderen dit niet deden, was een bepaalde teleurstelling. De Amerikaaiische groep deed zulks wel, herhaaldelijk. Oók nog in 1933. Gevoelen de Nederlandsche Gereformeerden wel genoeg het gewichtige van hel uitoefenen van kerkelijke correspondentie? Wij hebben ergens gelezen dat Calvijn wel zeven zeeën wilde oversteken om de kerken zijner dagen nader bijeen te brengen. De Kerk in Noord-Amerika gaf telkens blijken dat zij in dit opzicht doordrongen was van Calvijns overtuiging. De Nederlandsche Geref. Kerken echter hebben voor de geheele zaak der correspondentie op de Middelburgsche Generale Synode slechts duizend gulden uitgetrokken. Toch wel niet royaal.

Maar, hoe dit zij, de Nederlandsche Chr. Geref. Kerk vond een broeder gewillig om op eigen kosten de Vereenigde Stalen te bezoeken, en zijn kerkengroep op de Grand Rapids Synode te vertegenwoordigen. Deze broeder is Ds H. Janssen, leger- en vloot-predikant in algemeenen dienst. Het was het voorrecht van schrijver dezes, Z.Eerw. aan de Synode voor te stellen op Vrijdag 12 Juni. Vóór we hem introduceerden releveerden we, dal de Amcrikaansche Synode van 1910 ons indertijd gedeputeerd had om aan de Chr. Geref. Kerk in Nederland voor te stellen om correspondentie aan te knoopen. Daaronder verstonden we wederzijdsche erkenning van kerkelijke allesten, vaststelling van houding tegenover derden, en verder onderlinge raadpleging wanneer het zou gaan over de wijziging van belijdenisschriften en liturgie. De Generale Synode der Geref. Kerken aan welke hetzelfde voorstel gedaan werd, accepteerde het. Altlians in hoofdzaak. Doch de Chr. Geref. Synode wees het aanbod van de hand. Waarom? Wel, als antwoord op eene vraag daaromtrent, hadden we betuigd, dal de Amcrikaansche Kerk wat de leer betreft, het ééns is met de Nederl. Geref. Kerken. Het bewijs daarvoor genoemd was bet aannemen onzerzijds van de Conclusies van Utrecht. En de Chr. Geref. Synode bovengenoemd nam daarom ons voorstel niet aan. Want wat in Nederland haar Kerk scheidde, en onderscheidde, zoo werd verklaard, was juist hel verschil in de leer, waarin we in Amerika eenstemmig waren met de Gereformeerde Kerken. We moesten dus teleurgesteld van de Synode terug keeren, hoewel we gaarne getuigen, dat de leden der Synode, met name haar president, Ds Janssen, ons op hartelijke en gastvrije wijze behandelden.

Zoo bleef de zaak hangen, geruimen tijd. Met o.i. treurige gevolgen. Want de leden der Nederl. Chr. Geref. Kerk konden hier geen kerkelijk tehuis vinden om zoo te zeggen. "Sommigen kwamen terecht bij de kerken der „Kerslengroep", of zooals ze liier destijds heelten: de Nederduilsohe Geref. Gemeenten. Wel zijn er thans een dozijn ongeveer van die Gemeenten, maar ze werden toch niet gevonden op alle plaatsen waar de emigranten zidi nederzetten. En waar onze kerken wèl gevonden werden, had men soms gewetensbezwaar, doordat men meende, dat de Christian Reformed Church „Kuyperiaansch" was geworden. Hoewel er op dat punt nog heel wat te debalteeren valt. In elk geval, voor sommige der bovengenoemde menschen liep hel uit op een kerkelijk „zwerven", met al de treurige gevolgen ervan. Doch in 1934 werd Ds I. van Dellen gedeputeerd om gedurende het ©euwjaar der Afscheiding óók de Generale Synode der Chr. Geref. Kerk in Nederland' te beoeken en de groeten over te brengen van de geijknamige groep in Noord-Amerika. Reeds vroeger ad onze Sjmode zich beslist uilgesproken, dal ons correspondentie-aanbod niet bedoelde om een ooreel te vellen over de actie waaruit de Chr. Geref. Kerk ontstond. Of, zooals het in de Acta der Syode van 1910 slaat: „natuurlijk zonder zich in te aten met of uit te spreken over het rechtmatige an het optreden dier Kerk".

En Ds van Dellen had daarenboven zich duidelijk uitgesproken op de Gen. Synode der Chr. Geref. Kerk, dat wij in Amerika de Gereformeerde Kerken beschouwen als de rechtmatige voortzetting van de Kerk onzer Afgescheiden Vaderen. Toch besloot de bovengenoemde Generale Synode, om connectie met de Amerikaansche Kerk te bewerkstelligen. In „De Wekker" van 18 Jan. 1935 las men, dat „volgens de gedrukte Acta, art. 84, de Synode besloot: „aan het verzoek der Chr Geref. Kerk in Noord-Amerika om afvaardiging naar hare Synode, Juni 1936, te voldoen"." De schrijver ervan, Prof. J. W. Geels, te Apeldoorn, haalt verder Art. 54 der notulen der Synode van 1911 aan, „zekere restrictie welke de Synode bij haar besluit maakte, n.l. „zij kan niet overgaan tot erkenning van wederzijdsohe attesten"." „Dit voorbehoud", zoo lezen we verder, „had geen kerkrechtelij ken ondergrond, maar hield verbM met de Verbondsleer welke in de Clir. Geref. Ker! in Amerika evenals in de Geref. Kerken womt voorgestaan en door onze Kerk als in strijd m Gods Woord en de Relijdenis is veroordeeld „Maar", zegt de schrijver aan het einde van zijn artikel: „Met dit alles te releveeren bedoel ikuL ten opzichte van de correspondentie tussclien beide Kerken een spaak in het wiel te steken. Maar wel is het noodzakelijk een goed inzicht in d^ wederzijdsche verhoudingen te hebben. Een goed gevoerde correspondentie kan vrucht sorteeren in verband met het vertrek van leden der Chr. Geref Kerk naar Amerika. Hierbij komt allereerst de vraag: bij welke Kerk moeten we ons in de Nieuwei Wereld aansluiten? De Kerk dient toch voorlich. ting te kunnen geven. Het is beneden haar waardigheid als Kerk des Heeren het antwoord' op een dergelijke vraag te laten afhangen van de omstandigheden, zooals men die in Amerika zal aan treffen.

Het geldt hier de vraag: is de Chr. Geref. Kerk in Amerika de wettige Kerk des Heeren, ja of neen. Gezien de historie behoeft dat voor ons als Chr. Geref. Kerk geen vraag te zijn. De Chr. Geref. Kerk in Amerika is vrucht van de Kerk Afscheiding. Ten opzichte van de wettigheid dier Kerk kan door ons geen enkel kerkreclilelijk bezwaar worden ingebracht. Reeds aan dit feit het recht tot correspondentie ontleend worden, maar er zijn nog andere motieven, welke lot nauwere relatie dringen."

In elk geval verscheen Ds Janssen en de Synode ontving Z.Eerw. op hartelijke wijze. De groete der Kerk door hem vertegenwoordigd werd overgebracht op gepaste wijze, waarna Ds Janssen sprak over de onzekerheid en de verwarde toestanden van heden. „Europa ook", zoo werd ge conslaleerd, „verkeert in een bange crisis en dej zwaarste tijden, in plaats van voorbij te zijn gegaan, schijnen nog te zullen komen", zoo oordeeldel de spreker.

En hoe slaat de Kerk onder dat alles? Hoe zal ze zich gedragen? Wat moet ze doen? — VrEigen, die er Ds Janssen als vanzelf toe leidden, om naar' de begeerte zijns harten ook enkele oogenblikkem te spreken over noodige, vastere eenheid, te zoekeni in hel kerkelijke van wal in beginsel één is. Wei hebben dit aanvaard, maar die redt ons niet uiti de moeilijkheid. God moet uit de pluriformiteit ons; brengen tol de uniformiteit. De tegenwoordige crisis achtte de spreker te zijn een Goddelijke roepstem tol vereeniging van hetgeen essentieel één is en bijeen behoort. Als we dat niet aan willen en vereeniging blijven weigeren, zal God er ons misscliien op zeer pijnlijke wijze toe brengen Denk aan Rusland!

Spreker verheugt zich er over, dal er nader contact tusschen zijne en onze Kerk begeerd wordt Hij ziet veel overeenkomst tussdien de beide kerkengroepen, daar en hier. Beide hebben hun wortel in de Afscheiding van 1834; van beide geldt de oude zinspreuk, Luctor et Emergo.

Beide hebben we den strijd tegen de wereld, zoowel binnen als buiten de kerk. En de strijd binnen is de moeilijkste en belangrijkste. Onze grootste vijand is hel humanisme, een gecullureerd heidendom.

In dien strijd voelde de geadite spreker de eenheid van zijn volk met ons. Hij eindigde zijne rede, die met groote belangstelling aangehoord werd, met het verzoek lot kerkelijke correspondentie, zooals die vóór 1892 bestond."

Ds I. van Dellen antwoordde Ds. Janssen. Hij sprak onder anderen van de hartelijke ontvangst, die hij zelf op de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland genieten mocht verleden jaar en acht het heerlijk, dat de beide Kerken zoo door hare vertegenwoordigers elkander ontmoeten mogen. Met nadruk wees hij op onze problemen, die gaandeweg moeilijker worden. Daaruit komt hel voort, dat die kerken, die canfessioneel één zijn en feitelijk worstelen met dezelfde problemen, elkander zoeken. Op voorstel van den spreker werden Dr Y. P. de Jong, Ds I. van Dellen en de heer A. Meeler aangewezen, om eene motie te formuleeren, waardoor nauwere connectie met de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland zal worden gezocht.

Wat die formuleering bevat hopen we in een nder artikel mede te deelen.

Nog zij gemeld, dat de Synode, hoewel teleurgesteld dat er niemand was van de zijde der Gereformeerde Kerken in het land der 'Vaderen, mei algemeene stemmen besloot ook ter Synode van Augustus a, s., ill Nederlands hoofdstad te vergaderen, zich te laten vertegenwoordigen door t^s E. J. F. van Halsema, leeraar der North Side Chr. Geref. Kerk te Passaic in den slaat New-Jersey, We hebben het volste vertrouwen dat de benoemde zich op waardige wijze van zijn taak zal kwijten- Hij is ©en der zonen van Ds van Halsema, nu gevestigd te Haren (Gron.), die onlangs zijn tadiüosten geboortedag mocht vieren onder veel belangsteüing. Het zal hem goed doen zijn zoon te zje afgevaardigd naar de Kerk, zoo nauw verbonüei aan de Cliristian Reformed Church van de ^i'^"\j[' Wereld, nog .steeds door genade de oude waariie handhavend. ^„„

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1936

De Reformatie | 8 Pagina's