GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kagawa en het Christendom.

V.

Het is ook van belang na te gaan, hoe Kagawa zich uitspreekt over de kerk. Nadat geconstateerd moest worden dat door hem het principiëele onderscheid tusschen liet christendom en de andere godsdiensten eenvoudig ontkend wordt, zal het geen bevreemding meer verwekken, dat ook het begrip „kerk" door Kagawa geheel van zijn eigenlijke beleekenis beroofd wordt.

Er is in de Japansche taal niet eens een woord te vinden, zegt Dr Ir van Beusekom, om het begrip kerk uit te drukken, i) De gewone benaming voor godsdienstige bijeenkomsten is die van „onderrichts-genootschap". Men heeft daarbij speciaal te denken aan vergaderingen gehouden door de Confucianisten, waarbij de leerlingen eerbiedig neerzitten aan de voeten van hun meester, die hen de boeken der heilige wijsheid ontsluit.

Van deze gedachte moet Kagawa niets hebben. Op deze manier kunnen intellectueelen misschien de beginselen van het christelijk geloof leeren kennen, deze methode is voor de groote onkundige massa onbruikbaar. Zoo pakt men het eenvoudige volk niet en zoo krijgt men geen vat op de fabrieksarbeiders en de plattelandsbewoners. Die worden door zulk een „genootschap" niet getrokken. Het zal noodig zijn dat de kerk zich intensief met het practische leven bemoeit en met de daigelijksche nooden van de menschen meeleeft. Om dat te kunnen doen moeten er aan de kerk verbonden zijn vereenigingen tot hulpverleening op coöperatieven grondslag. Vooral moeten er zijn „Vereenigingen voor onderlinge hulp". In 1920 werd onder leiding van Kagawa te Kobe zulk een „Mutual Aid Society" opgericht, waarvan de leden per maand 30 sen (37V2 et.) contributie betalen, en in geval van ziekte gedurende een half jaar 15 yen (f 18.75) per maand ontvangen. Deze gedachte keert in al de geschriften van Kagawa terug. Hij wil zelfs heel de werkloosheidsverzekering binnen de taak der kerk brengen. Kagawa's kerken heeten dan ook „Settlements" (vestiging, nederzetting), die voor haar leden niet alleen in geestelijken, maar ook in maatschappelijken zin een steunpunt vormen.

Ook de jonge menschen moeten aan de kerk worden verbonden. Zij moeten worden opgevoed naar de kerk toe. Daartoe dient speciaal de „orde van de Vrienden van Jezus". Deze orde zal de jonge menschen moeten brengen tot grooter [geloof. De vijf punten waarop het leven van de ordeleden gebaseerd is, zijn de volgende: Het eerste punt is „vroomheid in Christus". Daarmee wordt bedoeld overdenking van de Godsopenbaring en gemeenschap met den „persoonlijken Christus". Het volgende punt is „reinheid", waarmee de strijd tegen de zonde bedoeld wordt. Het derde punt is „vrede", waaronder mede moet verstaan worden verzet tegen den militairen dienstplicht. Het vierde punt is „arbeid". Hoofdarbeid is evengoed werk als handenarbeid. Het vijfde punt staat met het vierde in verband: „dienen". 2) Deze orde vereenigt naar het oordeel van Kagawa in zich de liefde tot de armen en ellendigen van den heiligen Franciscus van Assisi, de trouw aan de kerk van de Jesuïeten en de grondbeginselen van het twintigste-eeuwsche Protestantisme. Leden der orde zijn zij, die een novitiaatstijd van drie jaar met goed succes doorgemaakt hebben: Het eerste jaar zijn het „vrienden", het volgende jaar „broeders" en het derde jaar „dienaren". De orde is dus blijkbaar op Roomsche leest geschoeid. Om lid van deze orde te kunnen worden behoeft men voorts niet lid te zijn van een bepaalde kerk. Ongeacht tot welke kerkformatie men behoort, men kan tot deze orde toetreden, zoo men slechts „begeert naar de kerk toe te werken" en dus verlangt het kerkbesef te versterken. Door deze orde wordt ook evangelisatie-arbeid verricht, maar alleen onder leiding van de plaatselijke predikanten.

Het ligt na deze uiteenzetting voor de hand, dat de stichter van de „orde van de vrienden van Jezus" er zelf heelemaal niet aan hechtte, bij welk kerkverband zijn eigen gemeente zou zijn aangt^ sloten. Kagawa zelf is predikant van drie kerken, op drie verschillende plaatsen: Kobe, Osaka en Tokio.

De „Settlements" te Kobe en Osaka zijn Presbyteriaansche kerken, maar die in Tokio is niet bij een bepaalde kerkformatie aangesloten. Deze kerk bestaat uit leden van allerlei kerken, die bijeengebracht zijn bij de groote aardbeving van 1923. Deze kerk symboliseert nu de eenheid van alle Japansche christenen, doordat men vredig met elkander samen leeft onder den naam „Union Church van Honjo".

Toch heeft Kagawa wel critiek op andere kerken in Japan. De statistieken bewijzen daarbij waardevolle diensten. De voornaamste kerkgenootschappen zijn gerangschikt naar het zielental. Dan wordt nagegaan hoezeer deze kerken in den loop van de laatste jaren zijn gegroeid en welken invloed ervan is uitgegaan.

Uit de aldus verkregen cijfers worden 'weer conclusies getrokken met het oog op de toekomst. „Hij maakt statistieken van de verdeeling van de kerken, en van de predikanten over het land, het aantal zielen per gemeente, en per predikant en het gemiddelde aantal bekeerlingen in verhouding tot het aantal predikanten". 3)

Naar aanleiding van de bijeenkomsten te Tokio schreef Miss Topping per schrijven van 3 Juni 1930 aan den bekenden zendingsman Dr John Mott: „De speciale aandacht welke hij heeft voor de bestudeering van statistische gegevens, welke hem zoo karakteriseert, bleek een paar dagen geleden, toen hij optelde dat er 665 „beslissingen" geweest waren in 19 bijeenkomsten in verschillende kerken, dus gemiddeld 35 in elke bijeenkomst. Wie jarenlang in Japan gewerkt heeft, en al dien tijd met weemoed gelet heeft op de geringe blijvende resultaten van het zendingswerk, die kan zich slechts verheugen, dat nu eindelijk de groote scharen komen en in Kagawa's bijeenkomsten een beslissing nemen, en dan in de christelijke kerk gedoopt worden."

Het merkwaardige geval doet zich echter voor dat velen van degenen, die zich in de massameelings van Kagawa voor het christendom hebben uitgesproken, niet aansluiting begeeren bij een bepaalde kerkformatie. Volgens Kagawa moet de oorzaak daarvoor gezocht worden in de omstandigheid, dat de kerken in hun arbeid te kort schieten. „De kerken doen wel haar best", zegt Kagawa ergens, „maar haar sociaal program en het mijne loopen zoover uiteen, dat sommigen van de „deciders" niet met de kerk tevi-eden zijn en „geestelijk dakloozen" worden. Dit beteekent niet dat zij voor de zaak van het christendom verloren zijn. Zij blijven veelal wachten en lezen en bidden in stilte. Na een jaar of tien komen zij vaak voor den dag en sluiten zich toch bij de kerk aan".

Er zou veel te zeggen zijn over deze beschouwingen. Het zal echter niet noodig zijn de dwaasheid van vele van deze beweringen aan te toonen. Het negende artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis luidt: Ik geloof een heilige algemeene christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen. Dat houdt in, dat als er over de kerk gesproken wordt, er ook over de gemeenschap der heiligen gehandeld wordt. Door den Japanner worden de kwesties evenwel juist andersom beschouwd. Hij vormt eerst een half-Roomsche orde, waarin de gemeenschap der heiligen beleefd moet worden en laat deze orde werken in het belang van de kerk.

Kagawa staat op het standpunt dat de kerk enkel is een groep van menschen die behoefte gevoelen om samen te komen en samen wat over de liefde Gods, over de zaligheid, over het dienen en over een aantal andere onderwerpen meer te handelen. Hij gaat er in zijn beschouwingen van uit, dat de kerk niet meer is dan een clubje, zooals er zoovele clubjes zijn, elk met zijn eigen belangen, met zijn eigen ideeën, met zijn eigen aparte bedoelingen. En hij verstaat er blijkbaar niets van dat de kerk, zal ze waarlijk dien naam verdienen, ook door den Zoon Gods uit het gansche menschelijk geslacht tot het eeuwige leven is uitverkoren en samengebracht wordt door de krachtige hand van Hem zelf uit alle geslacht en volk en taal en natie.

Als de kerk niet meer is dan een groep van menschen, die het aardig vinden om elkander te ontmoeten dan verdient ze den kerknaam niet eens.

Alleen de gemeente, die in de gehoorzaamheid des geloofs samenkomt, om zich te stellen onder de ambtsdragers en om het Woord Gods te hooren en de sacramenten te gebruiken, en die tegelijk door God wordt samengebracht, verdient den naam van kerk. Deze gemeente kan alleen heeten de gemeente van den Heere Jezus Christus en deze gemeente kan slechts het kerkwerk doen.

Wij gelooven, dus spreekt onze Nederl. Geloofsbelijdenis over de kerk (art. 27) en belijden een eenige Katholieke of algemeene kerk, dewelke is een heilige vergadering der ware Christ-geloovigen.

Wie Jezus Christus als zijn Heiland belijdt, die moet Hem ook erkennen als het Hoofd der kerk. Jezus Christus heeft toch niet voor niets den grondslag gelegd voor de kerk van de Nieuw-Testamenüsche bedeeling, toen Hij de apostelen aanwees als Zijn getuigen en toen Hij zei: Gaat dan henen, onderwijst alle volken. (Matth. 28:19).

Wanneer dan ook zooveel van Kagawa's „bekeerden" zich afzijdig houden van elk kerkverband, mag, afgedacht van tal van andere bezwaren, op dien grond reeds aan de echtheid van de „bekeering" worden getwijfeld.

Kagawa onderzoekt verder niet of het Woord en de sacramenten bediend worden in een bepaalde kerk volgens de instelling van Christus. Neen, hij let alleen op het feit, hoeveel er jaarlijks tot de kerk worden toegebracht. Met de kenmerken om de ware kerk te kennen houdt Kagawa zich geen oogenblik op. Het is voor hem slechts de vraag of de kerk zich met het practische leven voldoende bezig houdt, of er werfkracht genoeg in de kerk zit en of er voldoende uitbreiding geconstateerd kan worden.

Alweer moet het gezegd worden: Dan kan de kerknaam niel gegeven worden. Eerst moet worden nagegaan of het instituut der kerk wettig is naar Gods Woord en dan kan er over gehandelc) worden of de evangelisatie-ijver en de zendingsdrang misschien versterkt moet worden, opdal aldus door den trouwen arbeid der kerk de prediking van Jezus Christus en dien gekruist, uitgedragen zou worden tot een getuigenis voor alle volken.

Kagawa heefl op verschillende plaatsen van hel platteland landelijke evangelie-scholen. Op dezo scholen wordt onderwijs gegeven in maatschappelijk werk - en in den tuinbouw, maar toch ook in de hoofdzaken van de „christelijke" leer. Degenen die deze scholen bezocht hebben moeten vervolgens op de dorpen waarheen zij terugkeeren predikers zijn van het evangelie, opdat Japan voor Christus mag worden gewonnen. Indien Kagawa zijn evangelisten evenwel onderwijst over de hoofdzaken van de Christelijke religie zooals boven werd aangegeven, dan kan er niet van dit werk gelviigd worden dat het metterdaad kerkbouwend is. In den grond van de zaak zijn kerkverachlers en kerkverwoesters al degenen, die leeren dat de kerk enkel is een groep van menschen, naast vele andere groepen.

De actie voor de KoninkrijIc-Gods-beweging, een beweging, door Kagawa in nauw contact met onderscheiden christelijke kerken geleid, voert tot motto: O God, doe Uw kerk herleven en begin met mij!

Zal dit kunnen geschieden dan hebben al de leden van deze beweging ook dagelijks te bidden: Uw koninkrijk kome! Dat is, naar de prachtige uiteenzetting van onzen Catechismus: Regeer ons alzoo door Uw Wóórd en Uwen Géést, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen!

En deze bede wordt juist gemist!


1) A.w. pag. 80; de volgende gegevens zijn voor een deel aan dit boekje ontleend. ._ . .

2) Vgl. voor deze punten ook Levensvemieuwing, a.w. pag. 3) Van Beusekom, a.w. pag. 111.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's