GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het psalmgezang in onzen eeredienst.

Dat op kerkelijke feestdagen het lied ter eer© van God nog spontaner dan anders uit de keel opwelt, hebben millioenen kerkgangers reeds ervaren. Want nog meer dan in het luisteren en offeren spreekt in het psalmzingen in den eeref dienst toch wel bijzonder sterk hot hart der gemeente.

Hoe is dit te verklaren? In de voornaamste plaats uit de onvergelijkelijke innigheid en opirechtheid, waarmee de mensch zich in de Psalmen uitspreekt tot Zijn God, aan Wien hij zich met het geloof in alle wisselvalligheden des levens vasthoudt.

Maar ook uit de verheven schoonhöid van taal en melodie, waarin dit geloofsleven is uitgedrukt.

Zeg ik hier te veel? Ik geloof het niet, wanneer ik lees de bezielde strophen van den Hebreeuwsdien grondtekst of de Statenvertaling, en wanneer ik zing de melodieën in hun oorspro-rtkelijken vorm uit de zestiende eeuw. Maar wanneer ik daarna dezelfde psalmen lees en zing in hun tegenwoordige notatie, dan schrik ik toch even. Het is alsof ik vanuit een bosch tusschein coulissen ben terechtgekomen. De oorspronkelijke verhevenheid en bezieling is verstijfd en gemechaniseerd.

Zij, , tot wie dit eenmaal is doorgedrongen, hebben geen vrede meer met het psalmgezang m den eeredienst, zooals dit thaiis is. Zij zullen niet kunnen rusten, voordat ook hierin weer die natuurlijke schoonheid is herwonnen, die de Kerk der Reformatie in haar Psalmen bezat.

Hoe groot die schoonheid was, daarvan krijgt U een indruk, wanneer U de melodieën van de psalmen zingt volgens het rhythme', dat in de meeste eenstemmige psalmboekjes staat genoteerd. Toch verschillen deze melo-dieën niet onbelangrijk met die, welke op bestelling van Calvijn in het midden der zestiende eeuw waren gemaakt. Calvijn zag in het gemeentegezang een geestelijk belang van de eerste orde. Hij schreef reeds in 1543: „Wij kunnen geen betere nocli geschiktere gezangen ^dnden dan de Psalmen Davids zijn, welke de Heilige Geest hun heeft voorgelezen en zelf heeft gemaakt. Als wij deze zingen, zijn wij •zeker dat God ons de woorden in den mond legt." Het is dan ook niet te verwonderen, dat Cialvijn de opstellers van de Fransche psalmbeh rijming en - harmoniseering met de grootste zorg koos: Marot en Beza voor de woorden, en Bourgeois en Meester Pierre voor de melodieën.

In ons land werd deze berijming vertaald door o.a. Datheen, waarbij de meloidieën ongewijzigd werden overgenomen, en in den eeredienst gebruikt. IMaar zooals ook na de Reformatie een deformatie kwam en na de Gouden Eeuw een vervaltijd, zoo werden ook het psalmgezangenopi voetspoor daarvan de psalmuitgaven steeds meer verbasterd. Bovendien werd dit proces verhaast door het yesrschil in klemtoon, dat tusschen de Nederlandscho berijmingen (zoowel van Datheen als van 1773) en de melodieën bestond, waarbij' natuurlijk het Irhythme het tegen de woorden moest afleggen en gaandeweg vervlakte tot de noten van gelijten Üimr, die thans nog in de meeste onzer kerken worden gezongen. Tengevolge van misverstaan door de uitgevers werden die melodieën door toevallige verhoogingen nog verder vervormd.

Nu leven wij in een tijd, waarin velen zicli in sterke mate interesseeren voor en oriënteeren naar het verleden. Elk mag hiervan het zijne denken, in ieder geval kan het als een bewijs van zelfkennis gelden, dat men bij gebrek aan eigen scheppingskracht aansluithig zoekt bij het beste wat vroegere culturen voortbrachten. Deze tendenz is thans ook aan te wijzen in de muziek en ini de reformatie van ons psalmgezang, - althans voolrzoover deze de melodieën betreft. Zonder af te doen van de waarde van wijzen van nieuwere geestelijke liederen, kan men zeggen, dat de oorispronkelijke melodieën der psalmen uit de schatkamer van de Kerk der eeuwen afkomstig zijn, en nog niets van hun onvergelijkelij'ke schoonheidi en frischheid hebben verloren. Daarom rust op ons de plicht om deze schatten weer uit heit stof in het volle licht te halen.

Dat dit van de tegenwoordige berijmüig helaas niet kan worden getuigd, daarvan begint men ook m de Gereformeerde kringen steeds meer doordrongen te worden. Het wordt tijd, dat wij ook in onzen eeredienst de Psalmen gaan zuigen in een berijming, die meer in overeenstemming is met den oorspronkelijken Hebreeuwschen grondtekst, en waarvan het rhythme overeenkomt met de oorspronkelijke in opdracht van Calvijn gecomponeerde melodieën. Wij mogen ons gelukkig prijzen, dat drie jaren geleden het Psalter 1936 verscheen, dat aan ^die eischen zoo voldoet, dat het alle andere Nederlandsche psalmuitgaven sinds de Reformatie ver achter zich laat. Een werk van een dergelijken opzet en grondigheid vereischt zooveel studie', tijd en geld', dat het zonder overdrijving een levenswerk mag worden genoemd, waartoe een kerkelijke commissie niet kan komen. De bewijzen hiervoor liggen in het heden en het verleden voor lieiti grijpen.

Waar dit Psalter 1936 bovendien voortbouwde op den Hebreeuwschen grondtekst en de oorspronkelijke zestiende-eeuwsche melodieën, heeft de Stichting tot Verbetering van het Psalmgezang in de Gereformeerde Kerken niet geaarzeld, zich' te constituoeren met het doel, deze uitgave als basis te nemen voor de Reformatie van het psalmgezang. Natuurlijk sluit dit niet uit een coiiscienltieuze revisie van de berijming en melodieën, voorzoover deze niet kennelijk met de origineeleii overeenstemmen.

Bij dit werk heeft de Stichting echter Uw steun, ia ieder geval Uw welwillende interesse noodig. Meen toch niet, dat schoonlieid in den eeredienst bijzaak is. De zin voor schoonheid is in laatste instantie zin voor waarheid. Dat deze zaak voor meer urgente zou moeten worden uitgesteld, is evenmin waar. Calvijn dacht hier anders over in een tijd, waarin het Schriftuurlijk Christendom nog voor zijn plaats in de wereld moest strijden. Maak Uzelf niet wijs, dat onze orgaiiisten niet m staat zullen zijn, het zingen dezer psalmen behoorlijk te leiden. De geschiedenis heeft uitgeiwezen, dat de kunstenaars jiüst dan het meeste konden geven, wanneer het meeste van hen werd gevraagd.

En tenslotte, wie zou meenen, dat het gebrekkige psalmgezang van thans wel aan "Godls eisch beant- 'woordt, als het met het hart van de zangersi maar üi orde is, kent Gods Woord en zichzelf nog niet. Daar toch staat: „Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk Uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is". Voor het psalmgezang in Oiiizen eeredienst geldt niets meer. Maar oolc niets minder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's