GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het been over de reeling!

Gods Bijbel is het Boek voor de volle werkelijkheid: concrete genade voor concrete nooden!

„Onze" Bijbel is dikwijls een soort van Jan Luyken-Bijbel, vol zinne- en minnebeelden.

In zulk een Jan Liiyken-Bijbel groeien vele bloemen, geschikt voor kanselriiikertjes en stichlclijlie oefeningen.

In Gods Bijbel staat het machtige, sclioon dikwijls vergeten, evangelie, hetwelk Paulus aldus samenvatte: Christus is ons geschonken en alle dingen met Hem!

Laat ons een voorbeeld kiezen! Hoe vaak hebl)en wij dat heerlijk evangelie-verhaal: JEZUS STILT DEN STORM niet verhaspeld tot het stillen van stormen op de zee des levens, van het beroerd v/orden van de wateren der ziel. (Als ii het niet bekennen wil, dan wil ik wel zeggen, dat ilc daar sen kostelijke oefening over heb gehouden!)

Het was echter een heusche storm, die over het meer van Gennésareth gierde. Het hart van de discipelen danste maar niet, maar hun schuitje danste wildbewogen op de schuimende rollers. Ze zaten daar waarlijk niet te mediteeren, maar ze worstelden met de spanen en met het hoosvat. : Ze dropen van het water, ze rilden van kou, ze trilden van vermoeienis. Als ze nog gedachten hadden, dan is het waarschijnlijk de vlakke gedachte geweest van een afgebeuld mensch: als het voorbij is, wat zal ik dan slapen, slapen.... Het was een storm, die door een metereologisdi instituut naar zijn windkracht had kunnen gemeten worden, die de naald voortjoeg over de barometer. En in dien storm werden de discipelen rondgeslingerd als een speelbal der natuur.... Als daarop een gedaante voor hun oog oprijst,

wandelend over de golven, dan schreeuwen zij: een spook! een spook! Dat was natuurlijk bijgeloof van die discipelen, superstitie Kalm wat, mijn rechtzinnige broeder! Het kon weleens zijn, dat er in ons zakelijk en „wetenschappelijk" spreken over natuurverschijnselen heel wat meer superstitie school dan in de onzuivere voorstellingen der primitieve menschen. Zij hebben in elk geval begrepen, dat de natuur niet autonoom is, maar onderworpen aan de geestelijke wereld. Ook wij stemmen zulks theoretisch wel toe — wij hebben zeer schoone principes! — maar of deze waariheid ook praclisch voor ons existeert, is een andere zaak. De tijd ligt achter ons, dat wij naar de kerken stroomden om te bidden om regen. De tijd is voorbij dat het aftrekken van een onweder werd gevierd met een huiselijke godsdienstoefening! Wat verstaan wij er nog van dat de Toom . Gods wordt uitgestort in de natuur, in stormen en onweders, in zwaren ijsgang en rommelende aardbevingen? Wat zien wij er nog van dat in diezelfde natuur de genade roemt tegen het oordeel, dat al de stroomen vroolijk zingen, de handen klappen naar omhoog? Die tamboerijnen der verloste creatuur, zij rommen bij ons, meestal voor doovemansooren! Wat predikt ons de wandelende Christus op de echte golven van het meer van Gennésareth? Dit wonder is openbaring, gelijk alle wonder openbaring is. Het verkondigt ons Gods Evangelie: Dat de genade tot heerschappij is gekomen in de natuur! Nu mag de christen roemen: met lichaam en ziel, met hart en longen, met maag en galblaas, met mijn akker en mijn fabriek, met mijn scheepswerf en mijn haringlogger, ben ik het eigendom van Jezus, Mijn Zaligmaker!

Nog heeft Petrus deze prediking niet begrepen of hij heeft al een been over boord! Waarom doe je dat nu. Petrus? berispen wij hem, terwijl wij ons schrap zetten acliter de reeling of dekldng zoeken in de kombuis. Petrus handelde zoo, omdat hij begreep, al heeft hij niet tot het einde volhard in het geloof, dat de genade tot heerschappij was gekomen over de natuur. Inplaats van op hem de homiletische censuur toe te passen, zullen wij zijn voetstappen op de golven moeten drukken. De kombuis uit, het gangboord losgelaten, het been over de reeling! Niet zooals de man, die waterlaarzen aantrok en voorzichtig met een been probeerde of hij op een slootje kon staan. Want de genade is wel in een wonder geopenbaard, maar is in het gewone leven ingegaan. Nu moeten doktoren en verpleegsters, fabrikanten en boerenknechts in hun goddelijk beroep dienareni en dienaressen zijn van de Verlossing van Christus. Nu zijn de natuurlijke dingen geen knellende banden en liggen de geestelijke dingen niet ergens in een eenzaam kerkje voor een stille ure, nu mogen wij leven, zondag en weekdag, in de kerk en in den stal, bij de gratie Gods.

Het been over de reeling, mijn broeder!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's