GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eed’ler schoon!

En degenen die geloofd hebben, zullen deze teekenen volgen

zij zullen des Zondags tweemaal ter kerk gaan, bij voorkeur te voet;

zij zullen hun kinderen naar de catechisatie sturen en hun rijpere jeugd naar de vereenigingen;

zij zullen zuivere belijdenissen hebben en die door aanvullende leerbeslissingen steeds zuiverder maken;

zij zullen him eigen christelijke belangengemeenschappen hebben, het getal hunner vereenigingen zal groot zijn;

en zij zullen veel gematigder zondigen dan de andere menschen.

Dit zijn alles goede zaken, het is mijn bedoeling niet daarvan iets af te doen.

Toch staat het wel eenigszins anders in dat machtige slot van het Markus-evangelie van den Christus-Koning.

Die in Mij gelooven zullen deze teekenen volgen:

in Mijnen Naam zullen zij duivelen uitwerpen (dit lioiidt nog wat meer in dan onze formule: zij zullen rekening houden met het feit der zonde);

slangen zullen zij opnemen (wij zijn bang voor een muis);

al is het dat zij iets doodelijks zullen drinken, het zal hun niet schaden (ach, zij zullen met vele banden der menschen gebonden worden, opdat zij geen enkel gevaar loopen);

•op kranken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden. (Is het bij ons niet dikwijls zoo: zij zullen de aarde loslaten en vromehjk zingen: spoedig moog' het um-tje komen, dat mij uit deez' jamm'ren haalt! MIJ, die andere menschen krijgen hun verdiende loon).

Toen de Menschenzoon ten hemel voer, gaf de liEERE God Hem heerschappij over de vogelen des hemels en over de visschen der zee en over het gedierte, dat op de aarde kruipt. En Christus, Die in Zijn vernedering ons aannam, heeft in Zijn verhooging ons niet afgeschud, Hij gaf Zijn Gemeente deel aan Zijn Volheid. Hij gaf haar de opdracht de gansche creatuur in de verbondsrelatie te brengen tot den HEERE. Hij heeft met Zijn gezegende hppen uitgeroepen, dat genade tot heerschappij gekomen is over het leven. In wonderen geopenbaard, is deze genade ingegaan tot de wereld, tol alle verhoudingen daarin. Als strijders voor het leven zullen degenen die in Hem gelooven, in Zijn Verhóóging gelooven, dapperlijk krijg voeren tegen de zonde, de wereld en hun eigen vleesch. Én in het gedoopte zaad zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden!

Wij wéten deze dingen, wij verstaan ze zelfs iets beter dan vele andere christenen. Is dat genoeg? Als wij ons in oprechtheid stellen tegenover het Onfeilbaar Woord in het Markus-evangelie, zullen wij dan niet moeten erkennen: Hier klopt iets niet! De Kerk, die een Vrijstad des Levens moest wezen, is zij niet vaak de incarnatie van de menschelijke zelfzucht? luplaats van "den gekroonden Christus te belijden, stellen wij soms allerlei amendementen voor op Zijn rijksproclamatie, die daaraan de kracht ontnemen. Ons adres van antwoord op Zijn troonrede vloeit over van hoffelijke termen, maar het is soms niet anders dan beredeneerde ongehoorzaamheid.

Kunnen wij nog anders? Zal ons geamendeerde geloof nog de kracht hebben om' de voeten van den gekroonden Christus te grijpen en Hem te aanbidden? Zal de Kerk, weggedrongen uit het leven, zich koesterend in haar hoekje, behagelijk spinnend over het feit dat zij met die booze waereld niets van doen heeft, tevreden oonstateerend, dat het leven niks is, zal zij nog eenmaal in heimwee ontwaken tot de haar voorgestelde heerlijkheid? Zal zij daarvoor het kruis verdi-agen en de schande verachten, gaande in de voetstappen van haar Oversten Leidsman en Voleinder des Geloofs? Of zal zij een kaars gelijk zijn, die alleen des Zondags aangestoken, een vredig licht werpt op rustige, zoo ten naaste bij over zichzelf tevreden, gezichten?

Ik heb niet veel verwachting van u, mijn broeder, ik heb nog minder verwachting van mijzelf. Wij hebben de oneindige krachten der verlossing zoo relatief gemaakt en wij voelen ons in dit relativisme zoo gelukkig. Wij zijn erg gewoon

Neen, ik geloof niet in u en ik verwacht niet veel van mijzelf, wij Uggen altijd dwars tegen de verlossing in. Maar ik geloof het evangelie van Christus' verhooging:

„De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, werd opgenomen in den hemel en zette Zich

aan de rechterhand Gods".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's