PSALM 75
J (vertaling N.B.G.)
U, o God, U loven wij, U looft uw volk 't allen tijd, J ^ tuant uw naam, die ons verblijdt, is ons dag aan ^ • \_dag nabij, ' ; men vertelt door 't gansche land al de wond'ren
van uw hand. ^ • « J Wankelt ook, met wie op haar een woonstee vindt, \ \ iheel de aard ^ ' zij blijft tot mijn uur bewaard, dan zal 'k richten • J [recht en waar: J ( Ik heb door mijn woord en wet haar pilaren }
[vastgezet. • • • ^ „Heft", zeid' ik, „o hoogmoed, nooit uw hoorn en ^ t [hals trots omhoog" J J Oost noch West, noch 't dorre droog der woestijn J ji [verheft ons ooit — } ? God, die. 't onrecht niet gedoogt. Hij vernedert. Hij J j [verhoogt.
J Bruisend is de beker, die de booze slorpende drinkt J } tot den droesem, die bezinkt — 'k loof mijn God } J [daar ik het zie, J J dat wie goddeloosheid doet 's HEEREN mengwijn J i . [dririken moet. \
Mij aangaande, 'k meld altijd zijn macht den ' i [volken bekend, * J J Jakobs God, die 't oordeel zendt, 'k zing uiu naam t J [en majesteit, ; j 'k houw der boozen hoornen neer; God geeft den }
[rechtvaardig' eer. J J * Ps. 77:15. }
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1950
De Reformatie | 8 Pagina's