GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater, neven

Wie de tekenen der tijden kan verstaan, omdat hij ze ziet in het licht van Schrift en historie, die weet, dat het huidig pacifisme een der grootste gevaren is, die de vrijheid der volkeren maar kunnen bedreigen.

Maar nu gaat het mij, als die dominé's, die af en toe hun betoog afbreken en zeggen: maar nu hoor ik hier deze tegenwerping, en dan komen er soms voor de dag, aan welke geen mens in de kerk had gedacht. De dominé zou dan kunnen zeggen, dat de mogelijkheid toch niet uitgesloten was.

Welnu, ik hoor de tegenwerping: maar is U dan niet bevreesd voor een oorlog, een nieuwe wereldoorlog met al de strijdmiddelen, die de mens thans kent?

Wie zou niet beven, als hij denkt aan wat dan over Europa komen kan?

Twee andere vragen hebben het recht onder de ogen te worden gezien. Vooreerst deze: is het werkelijk de humanistische vredesprofetie, waarop de kinderen der kerk hun betrouwen kunnen zetten?

Is wereldkerk en wereldstaat werkelijk fundament van vrede en vrijheid en welvaart? Zoals dan beloofd Wordt: vrede en zonder vrees en gebrek? Is de socialistische dwaasheid, die thans door christelijke politieke partijen slechts met het woord wordt weerstaan, •waarlijk bron van heil?

Zullen wij geloven, dat de girondijn van de twintigste eeuw bereiken zal, datgene, waar de girondijn van de achttiende van droomde en sprak?

Gij moest de moeite eens nemen, die ik mij veroorloofde, en lezen eens de redevoeringen en de geschriften van de gfirondijnse valse profeten der achttiende eeuw.

Ik maak me sterk, dat gij er zo maar een rede uit kunt distilleren, die sprekend gelijkt op wat er, vooral op internationaal gebied, van allen, van christelijke en niet-christelijke kant, wordt gepredikt dag in, dag uit.

Dit was het fata morgana, dat een verblind Europa in de achttiende eeuw naliep en zich stortte in al de ellenden van revolutie, en oorlog op oorlog.

In het dagblad „Trouw" las ik, dat er moet zijn het Europees zwaard.

Welnu, dat was er toen in optima forma, eerst van de geestdriftige jacobijnse jeugd, daarna van Napoleon.

De Franse minister van buitenlandse zaken heeft er een dezer dagen met trots aan herinnerd. En — niemand weersprak hem.

Op de deputatenvergadering der a.r. partij is nog bezwaar geuit tegen het federalisme, dat droomt van een nieuwe staat West-Europa, voorbereiding voor de vrede van de wereldstaat.

En nu lees ik in een verslag van deze vergadering, dat de voorzitter van het centraal comité het bezwaar heeft ontmoet met de opmerking dat de nationale souvereiniteit alleen betrekking heeft op de nationale, en niet op de internationale zaak.

Het lijkt mij haast onmogelijk, dat dit werd gezegd en geslikt.

Want de werkelijkheid is natuurlijk, dit kan niemand, die even nadenkt, loochenen, precies omgekeerd.

De nationale souvereiniteit, zoals men dan de souvereiniteit van het huis van Oranje thans noemt, komt juist aan de orde niet in nationaal verband, want daar is niemand, die deze souvereiniteit thans belaagt, maar in verhouding tot andere volken en natiën.

Juist in het internationale gaat het om de strijd voor de nationale souvereiniteit en de nationale zelfstandigheid.

Een diplomaat, gezant bij een andere mogendheid, zou eens van deze onderstelling moeten uitgaan. Kon men ongelukkiger verdediger van onze belangen vinden ?

Deze onzin is nog nimmer verteld, voorzover ik weet.

Een ieder begrijpt toch dat ik mijn zelfstandigheid juist heb te handhaven als ik in verband treedt met anderen. De oude diplomaten plachten te zeggen: men kan alleen steunen tegen datgene wat weerstand biedt.

Juist in de internationale verhoudingen gaat het er om, de nationale zelfstandigheid en de nationale souvereiniteit ongeschonden te, bewaren. Daarvoor hebben wij ons ministerie van buitenlandse zaken, en onze gezanten en consuls allerwege.

Indien nu de miskenning van deze waarheid de antirevolutionaire wijsheid zoude zijn voor deze dag, wie zou dan daarin nog enig vertrouwen kunnen hebben ?

Maar hier stuiten wij juist op het groot gevaar van het huidig pacifisme.

Het heeft voor de ordeningen Gods, voor wat Hij tot de voortgang van de geschiedenis der mensheid nodig heeft geacht, generlei respect meer. Het ziet voorbij dat het juist de grote liefde voor de nationale zelfstandigheid was, — vrucht der Reformatie —, die Europa — geen historicus die dit weerspreekt voorzover ik weet — in weerwil van alle strijd sterk heeft gemaakt en in staat heeft gesteld de wereld te beheersen, zoals men het eertijds van het klein Europa placht te zeggen.

Zonder die geschiedenis van veel strijd, maar ook van veel zegen, zou Europa zijn ingezonken, als dit met het geweldige Azië het geval was.

Dit te aanvaarden heeft met het revolutionair nationalisme, dat na de Franse revolutie opkwam, en dat niet dan leugen was, niets te maken. Want daarin was de verwerping van het Woord des Heren, en de haat tegen Zijn kerk, en feitelijk de camouflage voor het werkelijk begeren naar de wereldmacht.

Een volk, dat bang wordt voor zijn geschiedenis, is verloren.

Dat een Amerikaan Europa niet begrijpt kan men hem niet al te kwalijk nemen. Zelfs een Engelsman heeft er moeite mee.

Denk maar eens aan de ongelukken, die Wilsons politiek over ons werelddeel bracht, en werd.hij niet toegejuicht als de grote redder? En aan het feit, dat een Lloyd Qeorge in Versailles rustig meedeed met al dat verscheuren van wat werkelijk nog vastheid bood voor de Europese verhoudingen, waardoor men geen enkele kwestie oploste, maar er vele nieuwe bij wrocht.

De tweede wereldoorlog was vrucht van de vrede van Versailles, die ook al werd geprezen als brengende democratie en geluk en vrede voor altijd in heel de wereld.

Ik wil U nog wel eens van al die valse profetie verhalen. .

Zij lijkt als twee druppelen waters op wat thans over heel de wereld als de hoogste wijsheid verkondigd en toegejuicht wordt.

Maar nu vraag ik: moeten zij, die zeggen: steunende op de Bijbel verdedigen wij de vrijheid — en ook de vrede — nu plaats nemen in de rijen van humanisten en socialisten, en waarlijk vertrouwen hechten aan wat de eeuwen door niet dan valse profetie bleek te zijn, die precies het omgekeerde bracht van wat men beloofde?

Ik hoorde een radiogesprek over het goede, dat Amerika ons bracht. Daar is zeker veel goeds van te zeggen, hoewel het kwade er ook is, maar als men dan verneemt, dat het juist de antirevolutionair was, die als het hoogste van datgene, wat in de Amerikanen te prijzen viel, hun , , idealisme" roemde, ja juist dat idealisme — dan wrijft men zich toch even de ogen uit en zegt: wat is dat nu?

De ergste blinden, zegt Dickens, ergens in zijn „Little Dorrit", zijn diegenen, die niet willen zien.

Ik moet eerlijk zeggen al deze dingen met de grootst mogelijke verbazing te vernemen. Men wil niet meer

zien; ja, dat is de ergste blindheid. Verblinding is de rechte naam.

En dat is een heel erge kwaal.

Niemand is er, die niet zou willen, dat natiën, die zich bedreigd zien door een wereldmacht, in vereniging kracht zoeken. Dat kende Europa de eeuwen door; de evenwichtspolitiek was steeds, en feitelijk is het immers nog zo, de fundamentele diplomatieke practijk in Europa. Ook de practijk van de oorlogsvoorbereiding, die zorg voor de vrede wil zijn, berust immers ook op deze gedachte van het evenwicht in geschatte krachten?

En samenwerking is thans ook mogelijk, zonder loslating van de nationale zelfstandigheid, die toch altijd de eeuwen door het motief voor alle volksverdedigüig is geweest.

Alleen een volk, dat innerlijk geestelijk en economisch sterk is, en zich daartoe ook zware offers getroost, kan meehelpen, de wereldveroveraar mee te weerstaan. ,

Minister Stikker heeft dit gevoeld, toen hij uit Lissabon terugkeerde en zei: met de opbouw der verdediging gaat het goed, maar mijn zorg is de vrees voor economische inzinking.

Ook de Amerikanen vermanen gedurig de volken in Europa om toch hun begeerlijkheid naar weelde en genot en sociaal perfectionisme in te tomen, om werkelijk hetgeen dat tot bewaring van de vrede nodig is, ook in wezen op te bouwen.

Maar men luistert hier wel naar het idealisme van de Amerikaan maar niet naar zijn practische wijsheid.

Een enkel volk staat zwak tegenover een machtige wereldveroveraar. Maar dacht men kracht te winnen door verbinding van innerlijk verzwakte volken, bedreigd door de grote ramp der inflatie?

Wie van ons, die bidden geleerd heeft, zal niet elke morgen en avond bidden om het nationaal behoud en de vrede, maar wie van ons, die waarlijk steunen wil op de Bijbel, zal niet tevens al de dag weer Vragen of dan de volken van West-Europa de blinddoek van de ogen mag afvallen en dat zij de wezenlijke ernst zien van het gebeuren van deze tijd?

Het beeld van de Schrift kan hier dienen: als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan de wand, en hem beet een slang (Amos 5 : 19).

Het is bijna onbegrijpelijk, dat een volk, om een vrede te vinden, van te voren zijn nationale souvereiniteit en nationale zelfstandigheid zou opgeven.

En dat is thans het geval.

Oorlog is een verschrikkelijk ding. Maar —• ook een vrede, en een vrede, die men verkrijgen wil door te knielen voor de afgoden van deze tijd, ja, juist zulk een vrede zal ellendiger nog zijn.

Een volk kan tijdelijk onder de voet gelopen worden, maar dan ook in Gods gunst weer opstaan. Maar als het zichzelf als vrije zelfstandige natie opgeeft, is het voor altijd verloren.

Mij dunkt dat het de moeite waard is om over deze dingen nog veel te spreken, want zij raken de beste dingen, die God de Here ons nog liet.

Met hartelijke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 mei 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 mei 1952

De Reformatie | 8 Pagina's