GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Revue 1994 - pagina 102

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Revue 1994 - pagina 102

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

heeft van 200 meter, zal een burst van 0.66 m s hem precies vullen. Een ingenieus extractiesysteem met onder meer een elektrostatische extractieplaat zoals bij een cyclotron, pelt de opgeslagen bundel dan langzaam af, zodat er gedurende een paar milliseconden een continue bundel uit komt. Daarop wordt er weer een burst geïnjecteerd enzovoort. De mijlpaal bestaat er uit dat niet één burst in die ring geïnjecteerd werd, maar drie bursts direct achter elkaar. Door een speciale opslag van deze drie bundels in de ring, wordt de stroom in de ring en dus ook die van de geëxtraheerde bundel drie keer zo groot. Dit heeft er toe geleid dat eind mei een vrijwel continue stroom elektronen van 1 O m A beschikbaar was voor experimenten. Drs H.B. van den Brink, als FOM-promovendus werkzaam bij de vakgroep Experimentele kernfysica, heeft daarmee voor het eerst in detail kunnen onderzoeken hoe een nieuw deeltje, namelijk een p° meson, gevormd wordt op een proton. De resultaten zullen snel gepubliceerd worden, want verschillende theoretische groepen willen hiermee hun modellen testen. Bij dergelijke hoge stromen is het van belang om het verlies van elektronen bij het extractieproces te minimaliseren, omdat dat straling genereert in de wanden van de opslagring. Door de inmiddels opgedane ervaring met het inregelen van de bundel in de ring (de ring bevat zo'n honderd magnetische elementen!) is het nu mogelijk om meer dan een factor twee onder de interne stralingsnorm van het instituut te blijven. Deze norm is zelf weer zo gekozen, dat de straling, die buiten de dikke betonnen bunker gemeten wordt, weer een factor tien onder het landelijke toegestane maximum ligt.

32

Benoeming Dr Harm Geert IVluller (1956) is vanwege Het Vrije Universiteitsfonds per 1 september 1994 benoemd tot bijzonder hoogleraar 'Atomen en moleculen in sterke stralingsvelden'. Prof.dr H.G. Muller is oud-student van de Vrije Universiteit. In augustus 1977 deed hij het kandidaatsexamen Wiskunde en de maand daarop het kandidaatsexamen Scheikunde. In mei 1981 volgde het doctoraalexamen Scheikunde waarbij de nadruk lag op Fysische Chemie en de bijvakken Wiskunde en Natuurkunde. De daarop volgende periode als onderzoeker op het FOM-instituut voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF), onder leiding van onze toen nog op dat instituut werkzame bijzonder hoogleraar prof.dr M.J. van der Wiel, werd afgesloten met een promotie aan de Vrije Universiteit in 1985 (evenals alle voorgaande examens: cum laude). Na zijn promotie verbleef dr Muller enige tijd op gerenommeerde instituten in Frankrijk en de VS. Sinds 1 990 leidt hij de onderzoeksgroep elektronspectroscopie van AMOLF, waar een laser wordt gebouwd waarvan de golflengte kan worden gevarieerd en waarbij de puls een energie van 100 mj en een duur van slechts enkele tientallen femtoseconden zal hebben. Het thema: interactie tussen sterke (laser)velden en atomen of moleculen, dat steeds de belangstelling van dr Muller heeft gehad, sluit goed aan bij de onderzoeksthema's van het in 1992 geopende lasercentrum aan de VU. Tevens betekent deze benoeming een versteviging van onze contacten met AMOLF Andere instituten waarmee onze faculteit door bijzondere hoogleraren is verbonden, zijn: het FOM-instituut voor Plasmafysica te Nieuwegein (prof.dr ir J.P Coedbloed, prof.dr M.J. van der Wiel), de Universiteit van Leuven

vrije Universiteit

amsterdam

(prof. dr C. van Haesendonck; vastestoffysica), het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-Energie Fysica (prof.dr P.J.C. Mulders) en de RU Leiden (prof.dr S.L. Völker; laserfysica van grote moleculen). De bijzondere hoogleraren versterken het onderwijs van de faculteit onder meer door het verzorgen van (onderdelen van) colleges. Ook treden zij op als promotor van degenen die onder hun leiding op de instituten werkzaam zijn. Uitvoeriger aandacht aan de benoeming van prof.dr H.C. Muller zal worden besteed in het Faculteitsblad Vusica. Afscheid Op 21 oktober zal Lourens Mars afscheid nemen van de Faculteit der Natuurkunde en Sterrenkunde, na een diensttijd van veertig jaar. De heer Mars begon zijn werzaamheden op 1 oktober 1954 op de afdeling Elektronica in de De Lairessestraat. Na zijn militaire dienst en een spoedcursus instrumentmakerij bouwde hij de tweede neutronengenerator op. De eerste was in de oorlog door de bezetters in beslag genomen. De tweede, een cascadegenerator, heeft hij zes jaar lang onderhouden en bediend. In 1 964 verhuisde de versneller naar de De Boelelaan, waar men nog volop in de bouwfase bezig was. Deuren, ramen, licht en sanitair ontbraken! In deze tijd werd het cyclotron gekocht, waar Mars tot enkele jaren geleden gewerkt heeft. In 1992 bouwde hij in zes weken de nieuwe Pelletronversneller op, waarmee hij tot op dit moment als technicus werkt. In zijn vrije tijd is de heer Mars scriba van de gereformeerde kerk. Hij hoopt binnenkort meer tijd te krijgen voor zijn hobby's: het repareren en restaureren van antieke uurwerken en het restaureren van antieke automobielen.-^

Revue

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

Revue | 120 Pagina's

Revue 1994 - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

Revue | 120 Pagina's