Revue 1997 - pagina 89

studie, getiteld 'The genetics of health-related behaviors. A study of adolescent twins and their parents', waarop mw. Judith Koopmans op 17 juni promoveerde. Onderzocht is welke invloed genetische verwantschap en factoren uit de omgeving hebben op roken, drinken en sportdeeiname. Het onderzoek vond plaats onder gezinnen met tweelingen. Daardoor kon niet alleen onderscheid worden gemaakt tussen genetische en omgevingsfactoren, maar werd tevens duidelijk in hoeverre ouders een aparte omgevingsfactor vormen die het gedrag beïnvloedt. 2712 gezinnen, die bestonden uit een- en twee-eiige tweelingen tussen de 12 en 25 jaar en hun ouders, werkten mee aan het onderzoek dat plaatsvond in 1991, 1993 en 1995. Beginnen met roken wordt voor zestig procent door de sociale omgeving bepaald en voor dertig procent door erfelijke verwantschap. Ook voor beginnend alcoholgebruik zijn omgevingsinvloeden belangrijker dan genetische factoren. Ouders die roken hebben ook vaker kinderen die roken. Tot nu toe werd vaak aangenomen dat kinderen het gedrag van hun ouders imiteren. Uit het tweelingonderzoek komt naar voren dat de overeenkomst tussen ouders en kinderen voor rookgedrag verband houdt met hun genetische verwantschap. Hetzelfde geldt voor drinken. Kinderen imiteren het rook- en drinkgedrag van hun ouders niet. Als jongeren eenmaal roken, dan is het aantal sigaretten per dag voor tachtig procent genetisch bepaald. De hoeveelheid alcohol die wordt gedronken is zowel genetisch (32 procent) als door de omgeving (44 procent) bepaald.

Topsport en bijgeloof Psychologiestudente Michaéla Schippers haalde de landelijke pers met haar scriptie 'Bijgeloof onder topsporters'. Tezamen met haar begeleider dr. Paul van Lange (Sociale psychologie) presenteerde zij haar resultaten in februari. De belangrijkste resultaten zijn: tachtig procent van de topsporters en 87 procent van de trainers blijken voorafgaand aan belangrijke wedstrijden - met name die waarvan de uitslag het meest onzeker is bijgelovige handelingen te verrichten. Vooral mensen met een externe beheersingsoriëntatie ('geluk is niet af te dwingen') hechten hieraan. Voorbeelden van zulke handelingen bij spelers zijn: 'ik stop mijn kauwgommetje in een kapot getrapt deel van het veld', 'ik geef mijn shirt een kus' en bij trainers 'even de manager aanraken voor de wedstrijd begint'. Verondersteld wordt in deze scriptie, dat het uitvoeren van de bijgelovige handelingen (of rituelen) de functie heeft de spanning met betrekking tot de onzekerheid over de

vrije Universiteit

uitslag te helpen verminderen of het zelfvertrouwen te versterken. Overigens bleek dat topsporters, meer dan niet of nauwelijks sportende studenten, geloven dat geluk door eigen inzet is af te dwingen. De onderzochte sportlieden en trainers werkten bij Nederlandse topclubs op het gebied van voetbal, hockey en volleybal. Professoralia Prof.dr. Jan Terwel hoopt op 2 oktober om 1 5.45 uur zijn ambt van hoogleraar Onderwijspedagogiek te aanvaarden. Zijn inaugurele rede heeft als (werk)titel 'Strategisch leren in contexten'. Plaats: Aula, Vrije Universiteit. Alumni zijn van harte welkom. Prof.dr. D.J. Bakker, hoogleraar in de neuropsychologie van het kind, hoopt op 1 6 januari 1 998 zijn afscheidscollege te houden. Plaats en uur worden nog bekendgemaakt. Informatie: secretariaat vakgroep Kinder- en jeugdpsychologie, tel. (020) 444 8900. Prof.dr. D.J. Bakker

amsterdam

De faculteiten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen